NL 19
INSTALLATIE
Elektrische aansluiting
Dit apparaat is standaard ingesteld voor 2 fase met 1 nul aansluiting
maar kan ook op 1 fase worden aangesloten.
2 fasen met 1 nul aansluiting (2 1N, 380 V~ / 50 Hz)
• Breng
verbindings
bruggen aan tussen de aansluitpunten 4 en 5.
De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V~ en de spanning
tussen de fasen is 400 V. Uw groep moet afgezekerd zijn met minimaal
16 A (2x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van
minimaal 2,5 mm
2
.
2 fasen met 2 nullen aansluiting (2 2N, 230 V~ / 50 Hz)
De spanning tussen de fasen en de nullen is 230 V~ en de spanning
tussen de fasen is 0V.. Uw groep moet afgezekerd zijn met minimaal
16 A (2x). De aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van
minimaal 2,5 mm
2
.
1 fase met 1 nul aansluiting (1 1N, 230 V~ / 50 Hz):
• Breng
verbindings
bruggen aan tussen de aansluitpunten 4 en 5 en
1 en 2. Vermogensbegrenzer dient ingesteld te worden “Lo” (bij
1x16 A aansluiting).
Opmerking:
aansluiting 3 wordt niet gebruikt
Ø 4 x 2,5mm
2 x 16
A
2
Ø 5 x 2,5mm
2 x 16
A
2
Ø 3 x 2,5mm
1 x 16
A
(Lo)
Ø 3 x 6 mm
1 x 32
A
(Hi)
2
2