3
ACTIVE/PASSIVE PICKUP INPUTS
Deze 1/4" ingangen zijn opgenomen, zodat u voor de juiste instelling voor uw instrument kunt kiezen. De
versterkingstructuur van de versterker is aangepast om de resultaten van verschillende platenspelerconfi-
guraties te faciliteren.
GAIN
Deze knop regelt het ingangsniveau van het instrument
TT Boost-SCHAKELAAR
Dit TransTube
®
crunch-circuit is zo ontworpen dat het volume van de versterker niet zal veranderen wan-
neer de versterking wordt ingeschakeld, maar het vervormingniveau zal afhankelijk van het niveau van de
"GAIN"-knop verhogen. Voor de beste resultaten, stel eerst de mate van vervorming in door de "GAIN"
aan te passen. Stel vervolgens met behulp van de "VOLUME"- knop het gewenste volume in. Op dit punt,
zal het zuivere volume overeenkomen als de "TT BOOST" is uitgeschakeld.
BASS
Deze knop biedt een getrapte toonregeling voor lage frequenties en biedt een verlaging/versterking van
+/-15 dB. De stand in het midden is vlak. De middenfrequentie is 50 Hz. -3 dB traps hoekfrequentie is
100Hz.
MIDDLE
Deze knop biedt een getrapte piektoonregeling voor middenfrequenties en biedt een verlaging/verster-
king van +/-15dB. De stand in het midden is vlak.
MID SHIFT
Deze schakelaar regelt de middenfrequentie van de "MIDDLE"-knop. Wanneer de schakelaar in de "UIT"-
stand staat, is de middenfrequentie 600Hz. De middenfrequentie is 250Hz wanneer de schakelaar naar de
"IN"-stand is gedrukt.
TREBLE
Deze knop biedt een getrapte toonregeling voor hoge frequenties en biedt een verlaging/versterking van
+/-15dB. De stand in het midden is vlak en de frequentie is 8 KHz. -3dB traps hoekfrequentie is 5 kHz.
PSYCHO-ACOUSTICS-EFFECT SCHAKELAAR
Zie beschrijving van "Psycho-acoustics-effect schakelaar" op pagina 9.
VOLUME
Deze knop regelt het totale volume van de versterker.
TUNE/MUTE
Het indrukken van deze toets zal de chromatische tuner in werking stellen terwijl de uitgang naar de luid-
sprekers worden gedempt. Het LED-scherm zal aangeven welke toon wordt afgespeeld terwijl de rode en
groene LED’s boven het scherm aangeven of de toon vlak (rood), scherp (rood) of in harmonie (groen) is.
HOOFDTELEFOONUITGANG
1/8" hoofdtelefoonuitgang voor persoonlijke controle.
Voorpaneel MAX
®
110
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
1
8
9
4
2
7
11
5
6
12
13
10
11
Achterpaneel
AUX INPUT
Deze 1/8" ingangsaansluiting stelt u in staat om een CD-speler of MP3-speler op uw MAX
®
Serie basver-
sterker aan te sluiten en af te spelen.
AAN-/UITSCHAKELAAR/DDT™ INDICATIE-LED
Deze dubbele functieschakelaar wordt gebruikt om de versterker aan of uit te schakelen. Wanneer de
DDT (vervormingsdetectietechniek) het clippen van de eindversterker detecteert, wordt een bescher-
mingscircuit in werking gesteld en de LED's in de aan-/uitschakelaar veranderen naar rood.
LET OP:
De aan-/uitschakelaar van dit apparaat onderbreekt niet beide contacten van het lichtnet.
Gevaarlijke spanning kan binnenin het chassis aanwezig zijn ondanks dat de aan-/uitschakelaar op de
"UIT"-stand staat.
VOEDINGSAANSLUITING:
Dit is de connector voor een IEC-netsnoer waarmee netspanning aan de eenheid wordt geleverd. Sluit
het netsnoer aan op deze connector om de eenheid te voeden. Het gebruik van een onjuiste netspan-
ning kan tot schade aan de apparatuur leiden. (Zie de netspanningaanduiding op de eenheid).
Breek nooit de aardingspen af. Het dient voor uw veiligheid. Als het gebruikte stopcontact geen aar-
dingscontact heeft, moet een geschikte geaard stopcontact worden gebruikt, en de derde draad moet
goed worden geaard. Als u het risico van schokken of brandgevaar wilt voorkomen, zorg ervoor dat de
versterker en alle bijbehorende apparatuur goed geaard zijn.
NOTE: FOR UK ONLY
As the colors of the wires in the mains lead of this apparatus may not correspond with the colored
markings identifying the terminals in your plug, proceed as follows: (1) The wire that is colored green
and yellow must be connected to the terminal that is marked by the letter E, or by the Earth symbol, or
colored green or green and yellow. (2) The wire that is colored blue must be connected to the terminal
that is marked with the letter N, or the color black. (3) The wire that is colored brown must be connected
to the terminal that is marked with the letter L, or the color red.
12
13
14
14
15
15