NL
58
NL
59
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING Lees alle veilig-
heidswaarschuwingen en alle in-
structies.
Wanneer u deze veronachtzaamt,
kan dit leiden tot elektrische schokken, brand
en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en instruc-
ties voor later gebruik.
De term „elektrisch gereedschap“ in de waar-
schuwingen heeft betrekking op (bekabelde)
elektrische gereedschappen of (draadloze) elek-
trische gereedschappen met een accu (batterij).
1 VEILIGHEID WERKGEBIED
a)
Houd het werkgebied schoon en goed
verlicht.
Niet open of donkere ruimtes
kunnen ongevallen uitlokken.
b)
Gebruik elektrische gereedschappen
niet in explosieve atmosferen, zoals in
de nabijheid van ontvlambare vloeistof-
fen, gassen of stof.
Elektrische gereed-
schappen veroorzaken vonken die stof of
gassen kunnen ontsteken.
c)
Houd kinderen en omstanders uit de
buurt tijdens het werken met elektri-
sche gereedschappen.
Als u wordt afge-
leid, kunt de controle kwijtraken.
2 ELEKTRISCHE VEILIGHEID
a)
Stekkers van elektrische gereedschap-
pen moeten op contactdozen passen.
Pas nooit de stekkeraansluiting aan.
Gebruik nooit stekkers met geaarde
elektrische gereedschappen.
Niet aan-
gepaste stekkers en overeenkomstige con-
tactdozen verminderen de kans op elektri-
sche schokken.
b)
Voorkom lichaamscontact met geaarde
oppervlakken, zoals leidingen, radiato-
ren en koelers.
Er bestaat een verhoogd
risico op elektrische schokken, als uw li-
chaam geaard is.
c)
Stel elektrische gereedschappen niet
bloot aan regen of vocht.
Water dat in
elektrische gereedschappen binnendringt
vergroot de kans op schokken.
d)
Gebruik de kabel niet ondoelmatig.
Gebruik de kabel nooit om het gereed-
schap mee te dragen of mee (los) te
trekken. Houd de kabel uit de buurt van
hitte, olie, scherpe randen of bewegen-
de onderdelen.
Beschadigde of verwarde
kabels vergroten het risico op schokken.
e)
Wanneer u elektrische gereedschap-
pen buiten gebruikt, gebruikt dan een
geschikte verlengkabel.
Een kabel die
geschikt is voor buitengebruik verkleint het
risico op schokken.
f)
Als u elektrische gereedschappen moet
gebruiken in een vochtige omgeving,
gebruik dan een aardlekschakelaar.
Hiermee verkleint u het risico op schokken.
3 PERSOONLIJKE VEILIGHEID
a)
Blijf alert, let op wat u doet en gebruik
uw gezonde verstand wanneer u elek-
trische gereedschappen bedient. Ge-
bruik geen elektrische gereedschap-
pen, wanneer u vermoeid bent of onder
invloed van drugs, alcohol of medicij-
nen.
Een ogenblik van onoplettendheid met
elektrische gereedschappen kan ernstig
letsel veroorzaken.
b)
Gebruik een persoonlijke veiligheids-
uitrusting. Draag altijd gehoorbescher-
ming.
Een beschermende uitrusting, zoals
een stofmasker, antislip-veiligheidsschoe-
nen, een helm of gehoorbescherming in-
dien nodig, beperken de kans op letsel.
c)
Voorkom onbedoeld startten. Zorg dat
de schakelaar in de uit-stand staat,
wanneer u elektrische gereedschappen
aansluit op een voeding/of batterijen, of
wanneer deze oppakt of draagt.
Wanneer
u elektrische gereedschappen draagt met
uw vinger op de schakelaar of wanneer u
elektrische gereedschappen aanzet waarbij
de schakelaar reeds in de aan-stand staat,
kunnen er ongelukken gebeuren.
d)
Verwijder stelsleutels voordat u het ge-
reedschap inschakelt.
Een sleutel die niet
is weggehaald van het elektrische gereed-
schap kan letsel veroorzaken.
e)
Reik niet te ver. Zorg te allen tijde voor
een goede balans.
Hierdoor hebt u meer
controle over de elektrische gereedschap-
pen bij onverwachte situaties.
f)
Zorg voor geschikte kleding. Draag
geen losse kleding of sieraden. Houd
haar, kleding en handschoenen uit de
buurt van bewegende onderdelen.
Los-
se kleding, sieraden en lang haar kunnen
de bewegende delen naar binnen worden
getrokken.
g)
Als er gebruik wordt gemaakt van ap-
paraten voor stofextractie en andere
opvangfaciliteiten, zorg dan dat deze
goed zijn aangesloten en correct wor-
den gebruikt.
Het gebruik van stofopvan-
ging kan stof gerelateerd gevaar reduce-
ren.
h)
Zorg ervoor dat het feit dat u bekend
met het frequente gebruik van gereed-
schappen niet betekent dat u onoplet-
tend wordt en de veiligheidsprincipes
negeert.
Onzorgvuldig handelen kan bin-
nen een fractie van een seconde tot ern-
stige verwondingen leiden.
4 GEBRUIK EN OMGANG MET ELEKTRI-
SCHE GEREEDSCHAPPEN
a)
Forceer het elektrische gereedschap
niet. Gebruik de juiste elektrische ge-
reedschappen voor uw toepassing.
Met
de juiste elektrische gereedschappen voert
u taken beter en veiliger uit en in overeen-
stemming met het beoogde doel.
b)
Gebruik het elektrisch gereedschap
niet als het niet met de schakelaar kan
worden in- en uitgeschakeld.
Elektrisch
gereedschap dat niet kan worden gecon-
troleerd met de schakelaar, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c) Trek
de stekker uit het stopcontact en/
of de accu uit het elektrisch gereed-
schap voordat u instellingen verricht
aan het elektrisch gereedschap, acces-
soires verwisselt of elektrisch gereed-
schap opbergt.
Dergelijke preventieve
maatregelen verminderen het risico dat u
het elektrisch gereedschap per ongeluk
start.
d) Houd elektrisch gereedschap dat niet in
gebruik is buiten het bereik van kinderen
.
Sta niet toe dat elektrische gereed-
schappen worden gebruikt door per-
sonen die niet bekend zijn met elektri-
sche gereedschappen of de relevante
instructies.
Elektrische gereedschappen
zijn gevaarlijk in de handen van onervaren
gebruikers.
e)
Onderhoud elektrisch gereedschap.
Controleer op een verkeerde instelling
of vastzitten van bewegende delen, on-
derdelenbreuk en andere omstandig-
heden die van invloed kunnen zijn op
de werking van het elektrisch gereed-
schap. Laat het elektrisch gereedschap
indien beschadigd repareren vóór ge-
bruik.
Veel ongelukken worden veroor-
zaakt door slecht onderhouden elektrisch
gereedschap.
f)
Houd snijgereedschap scher en schoon.
Goed onderhouden snijgereedschap met
scherpe snijranden zullen minder vaak vast-
lopen en zijn eenvoudiger in het gebruik.
g)
Gebruik het elektrisch gereedschap, de
accessoires en inzetstukken etc. in in
overeenstemming met deze instructies,
en houd rekening met de werkomstan-
digheden en het uit te voeren werk.
Het
gebruik van elektrisch gereedschap voor
andere doeleinden dan waarvoor bedoeld
kan tot gevaarlijke situaties leiden.
h)
Houd de handvaten en grijpvlakken
droog, schoon en vrij van olie en vet.
Gladde handgrepen en grijpvlakken verhin-
deren een veilige omgang met en controle
van het gereedschap in onverwachte situa-
ties.
5 GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN HET BAT-
TERIJGEREEDSCHAP
a)
Alleen opladen met de oplader van de
fabrikant.
Een oplader die geschikt is voor
één type batterijpack (accu) kan een bran-
drisico veroorzaken in combinatie met een
andere accu.
b)
Gebruik elektrisch gereedschap al-
leen met speciaal hiervoor ontworpen
accu's.
Gebruik van een andere accu kan
een risico op verwondingen en brand ver-
oorzaken.