37
NL/BE
8.7 Fijne afstelling van de
aanslag voor 45°-zaagsnede
(afb. 1/12/13)
• Een aanslaghoek is niet in de levering
inbegrepen.
• Beweeg de zaagkop (4) naar beneden
en fixeer hem met behulp van de
borgbout (30).
• Fixeer het draaiplatform (15) in de
0°-positie.
• Maak de vastzetschroef (27) los en neig
de zaagkop (4) met behulp van de greep
(1) 45° naar links.
• 45°: leg de aanslaghoek (b) tussen het
zaagblad (6) en het draaiplatform (15)
aan.
• Maak de borgmoer (c) los en verstel de
afstelschroef (34) tot de hoek tussen het
zaagblad (6) en het draaiplatform (15)
exact 45° bedraagt.
• Trek de borgmoer weer aan (c).
• Controleer vervolgens de positie van de
hoekwijzer.
Maak nu indien nodig de wijzer (24) los
met een kruiskopschroevendraaier. Zet
hem in de 45°-positie op de hoekschaal
(23) en draai de wijzer (24) en de
vastzetschroef (27) weer vast.
8.8 Kapsnede 0-45° en
versteksnede 0°
(afb. 1/2/14)
Met de kapzaag kunnen kapsnedes in een
hoek van 0° - 45° ten opzichte van het
arbeidsvlak worden uitgevoerd.
• Beweeg de zaagkop (4) naar de
bovenste stand.
• Fixeer het draaiplatform (15) in de
0°-positie.
• Draai de vastzetschroef (27) los. Neig
de zaagkop (4) met behulp van de
greep (1) naar links tot de wijzer voor
de zaagkophoek (24) de gewenste
hoekmaat op de schaal (23) aangeeft.
• Draai de vastzetschroef (27) weer vast.
• Voer de zaagsnede uit zoals in paragraaf
8.5 beschreven.
8.9 Schuine zaagsnede 0°-45° en
versteksnede 0°-45°
(afb. 1/2/15)
Met de kapzaag kunnen schuine
zaagsneden in een hoek van 0° - 45° en
gelijktijdig onder een hoek van telkens 0°-
45° naar rechts of links ten opzichte van
de aanslagrail worden uitgevoerd (dubbele
versteksnede).
• Beweeg de zaagkop (4) naar de
bovenste stand.
• Maak de vastzetgreep voor de
verstekhoek (10) los en druk op de
arreteerhendel (11).
• Stel het draaiplatform (15) met behulp
van de vastzetgreep (10) op de gewenste
hoek in (zie hiervoor ook punt 8.6).
• Draai de greep voor het vastzetten van
de verstekhoek (10) weer aan om het
draaiplatform te fixeren.
• Maak de vastzetschroef (27) los en neig
de zaagkop (4) met behulp van de greep
(1) naar links tot de gewenste hoek
bereikt is (zie hierover ook paragraaf
8.8).
• Trek de vastzetschroef (27) weer aan.
.
• Voer de zaagsnede uit zoals in paragraaf
8.5 beschreven.
8.10 Begrenzen van de
zaagdiepte (afb. 1/16)
• De zaagdiepte kan met behulp van de
schroef (19) traploos worden aangepast.
Draai daarvoor de kartelmoer aan de
bout (19) los. Beweeg de aanslag van de
zaagdieptebegrenzing (18) naar buiten.
Draai voor de instelling van de gewenste
zaagdiepte de schroef (19) in of uit.
Draai vervolgens de kartelmoer aan de
bout (19) weer vast.
Montage en bedrijf