9
3.2 De apparatuur plaatsen
3.2.1 Omgeving
De apparatuur moet binnen worden geplaatst in een omgeving die bescherming biedt tegen direct zonlicht, vocht en stof. Veranderingen van
temperatuur, luchtvochtigheid, en luchtvervuiling hebben invloed op de omgeving waarin de apparatuur werkt en kunnen de veiligheid en werking
aantasten. Het is de verantwoordelijkheid van de klant om ervoor te zorgen dat de beschreven omgevingsvoorwaarden voor de apparatuur
behouden blijven.
3.2.2 Eisen aan de ruimte
De apparatuur moet waterpas worden gemonteerd op een vlak oppervlak dat het eigen gewicht plus het gewicht van alle hulponderdelen kan
dragen. De minimale eisen voor de voetafdruk staan hieronder beschreven, maar er moet ook voldoende ruimte rondom de apparatuur worden
vrijgehouden voor luchtstroming, toegang voor onderhoud en hefinrichtingen. Een minimale ruimte van ongeveer 500 mm wordt aanbevolen
rondom alle zijden van de unit en 1000 mm erboven. De pomp moet aan alle zijden een vrije ruimte van minstens 100 mm hebben.
In geen geval
de apparatuur zodanig plaatsen dat deze moeilijk te bedienen is.
3.3 Mechanische installatie
3.3.1 Algemene eisen
Zorg ervoor dat elke filtercondensaatafvoer op een juiste manier wordt weggeleid en dat elk afval wordt verwijderd overeenkomstig de lokale
regelgeving.
Zorg ervoor dat al het buizenmateriaal geschikt voor de applicatie, schoon en vrij van ongerechtigheden is. De diameter van de leiding moet
voldoende zijn om een onbelemmerde luchttoevoer in de apparatuur en een onbelemmerde luchtuitlaat naar de applicatie toe te staan.
Controleer bij het aanleggen van de leiding dat de buizen goed worden ondersteund om beschadigingen en lekkages in het systeem te voorkomen.
Alle gebruikte componenten in het systeem moeten minstens de maximale werkdruk van de apparatuur aan kunnen. Aanbevolen wordt om het
systeem te beschermen met daartoe geschikte drukontlastingskleppen.
3.3.2 De unit vastzetten
Montagegaten zijn aanwezig in de voet van de unit. Als de unit zich op haar definitieve locatie bevindt, moet u ervoor zorgen dat ze stevig wordt
vastgezet.
3.3.3 Filterinstallatie
Er kunnen meerdere filters worden geïnstalleerd met behulp van geschikte montageklemmen. Monteer de filters zoals afgebeeld in een verticale
stand en let op dat elke montageklem goed wordt vastgezet.
Opmerking: Voordat u O-ringen aanbrengt op de filterpoorten, moet u ze smeren met geschikte, zuurvrije vaseline.
1
Waterafscheider
2
Algemene filter
3
Zeer efficiënte filter
4
Bevestigingsklem
5
O-ring
6
Borgschroeven afsluitdop
Summary of Contents for OVR300
Page 2: ......
Page 18: ...NOTES...
Page 19: ......
Page 160: ...5 2 4 domnick hunter Parker 2 4 1 2 4 2 A 4 B C A B A B C...
Page 161: ...6 2 5 1 3 OVR 2 4 1 8 OVR350 OVR550 OVR300 1 1 3 2 4 2 3...
Page 164: ...9 3 2 3 2 1 3 2 2 500 20 1000 39 4 100 4 3 3 3 3 1 3 3 2 3 3 3 1 2 3 4 5 6...
Page 165: ...10 4 4 1 1 2 3 4 5 4 2 1 2...