33
nB
Controles
Controlekenmerken selecteren
Selecteer voordat de bankbiljetten erin worden ge
legd welke kenmerken (magnetisch en/of ultraviolet)
moeten worden gecontroleerd.
Æ
Druk op de toets
MG
[12].
Ê
De magnetische sensor voor het detecteren van
magnetische inkten wordt geactiveerd/gedeactiveerd.
Op het combi-display wordt
MG
[22] weergegeven.
Æ
Druk op de toets
UV
[11].
Ê
De ultraviolette sensor voor het detecteren van
UV-componenten wordt geactiveerd/gedeactiveerd.
Op het combi-display wordt
UV
[23] weergegeven.
Bankbiljetten voorbereiden
De beste resultaten worden na een opwarmings
fase van 3 minuten bereikt.
Sterk omgevingslicht kan de sensor beïnvloeden en
leiden tot foutieve resultaten.
Let op de volgende punten om storingen te voor
komen.
C
D
A
B
Æ
Controleer de bundel bankbiljetten voordat deze
erin wordt gelegd op papiersnippers, paperclips,
elastiekjes en andere vreemde voorwerpen en ver
wijder ze (afbeelding A).
Æ
Leg geen beschadigde bankbiljetten erin (afbeel
ding B).
Æ
Strijk gekreukelde en gevouwen bankbiljetten glad,
voordat u ze erin legt (afbeelding C/D).
Æ
Plaats geen aan elkaar klevende bankbiljetten in
het bankbiljetten-telapparaat.
Æ
Waaier de bankbiljetten los om ze van elkaar los te
maken.
Bankbiljetten inleggen
C
D
A
B
Æ
Verschuif de bankbiljetten in de bundel bankbiljet
ten zodanig dat het bovenste bankbiljet lager ligt dan
de volgende. Plaats de bankbiljetten in het in
legvak [4] (afbeelding A).
Of
Æ
Plaats de bundel bankbiljetten verticaal in het in
legvak [4] en druk de bundel bankbiljetten zo naar
achteren dat de bankbiljetten ten opzichte van elkaar
verschuiven (afbeelding B).
Ê
Het tellen start automatisch.
Verkeerd geplaatste bankbiljetten zoals in C
en D leiden tot een verkeerde telling of storing.
Omdat de echtheidskenmerken van de bankbil
jetten zich aan beide zijden bevinden, voert u de
telling voor een veilige detectie van kritieke bankbiljet
ten uit aan beide zijden
.
Summary of Contents for NC 451
Page 67: ......