Koudlamineren
1
Steek de netstekker in een goed bereikbaar stopcontact.
Let op:
Controleer of de voedingsspanning die op het apparaat
vermeld staat overeenkomt met die van het elektriciteitsnet (220 – 240 V, 50
Hz).
2
Schakel de Aan/Uit-schakelaar aan de rechterbovenkant van het
apparaat in:
COLD
3
De aandrijfmotor voor de transportrollen begint te draaien, het groene
signaallampje licht op.
Let op:
Hebt u het lamineerapparaat kort van tevoren gebruikt voor
heetlamineren dan moet u het laten afkoelen. De afkoelingstijd duurt
maximaal 30 minuten.
4
Verwijder de beschermfolie van het lamineerhoesje.
5
Leg het te lamineren voorwerp zodanig in het lamineerhoesje dat aan
alle kanten 3 à 5 mm afstand tot de folierand overblijft.
6
Steek de folie samen met het te lamineren voorwerp in de
invoeropening van het lamineerapparaat. De gesloten kant van de folie
moet het eerst in het apparaat worden ingevoerd.
Opmerking:
Om vouwen in de lamineerfolie te voorkomen mag nooit
de open kant van de lamineerfolie als eerste in de invoeropening van het
lamineerapparaat worden gestoken. Bij het invoeren van de folie beslist de
instructies op de invoeropening opvolgen. Het lamineerproces verloopt
automatisch.
Klem zitttende folie losmaken
Dit lamineerapparaat biedt de functie 'Jam Release' om klem zittende folie
snel te kunnen losmaken.
1
Bij het blokkeren van folie het apparaat uitschakelen en de schakelaar
aan de rechterbovenkant van het apparaat in de stand 'Jam Release'
zetten.
2
Houd het lamineerapparaat vast en trek de folie samen met het te
lamineren voorwerp uit de invoeropening van het lamineerapparaat.
3
Vervolgens moet het apparaat waarschijnlijk enkele malen worden
gereinigd, zoals beschreven onder het kopje 'Verzorging en reiniging'.
4
Als de folie voortdurend klem komt te zitten of klem zittende folie niet
meer uit het lamineerapparaat kan worden getrokken, neem dan
contact op met onze hotline.