66
Handleiding voor de gebruiker
Bediening
De bediening gebeurt via de induwbare bedienknop
rechtsboven op het apparaat. Door even in te drukken
komt de bedienknop naar buiten; nog een keer
indrukken laat de knop weer inzakken. De bedienknop
kan in elke ingestelde positie worden.
De warmteopslag
gebeurt volautomatisch. Er wordt altijd rekening
gehouden met de van de vorige dag nog aanwezige
warmte bij de oplading via de oplaadregelaar.
Automatische oplaadregeling
De bedienknop voor de oplading dient op de
warmteaccumulator op zijn minst in de vertrekken met
het hoofdgebruik op MAX (rechter aanslag) te worden
ingesteld. Als in neventrekken de oplading
gereduceerd moet worden, kan de bedienknop een
beetje teruggedraaid worden. Een wijziging in de
instelling heeft pas op de volgende dag effect.
Daarom geen al te grote wijzigingen aanbrengen.
De warmteopslag van de gehele installatie wordt
bepaald door de oplaadregeling (in de meter- en
verdelerkast). U kunt instelmogelijkheden ontlenen
aan de oplaadregeling in de bijgevoegde handleiding.
Handregeling
Als het apparaat niet op een oplaadregeling is
aangesloten, wordt de warmtehoeveelheid die
opgeslagen moet worden via de bedienknop op het
apparaat traploos ingesteld en wel als volgt:
•
Geen warmteopslag:
Linker aanslag
•
Volledige warmteopslag:
Rechter aanslag
Na het bereiken van de ingestelde hoeveelheid
warmte wordt de oplaadregelaar zelfstandig
uitgeschakeld.
Warmteafgifte
De regeling voor het afgeven van warmte gebeurt via
een kamertemperatuurregelaar. Als de
kamertemperatuur beneden de ingestelde
temperatuur daalt, worden de ventilatoren in de
warmteaccumulator ingeschakeld en voeren zij zolang
warme lucht naar het vertrek totdat de ingestelde
temperatuur bereikt is.
Zomergebruik
In de zomer de bedienknop voor de oplading en de
insteller voor de kamertemperatuur op MIN (linker
aanslag) zetten. Niet de zekering voor de
oplaadregeling uitschakelen. Daardoor kan de
regeling voor de oplading buiten werking worden
gesteld.
Tips voor energiebesparing
•
Uitsluitend dan verwarmen, als de warmte ook
nodig is.
•
Kamertemperatuur zo mogelijk op 20 °C houden.
Elke graad meer verhoogt de verwarmingskosten
met 6 tot 7% en elke graad meer bespaart
dezelfde hoeveelheid.
•
Niet over het algemeen via het oppervlak van de
warmteaccumulator verwarmen, maar ook met de
ventilator. Het is daarentegen beter de bedienknop
voor de oplading op de warmteaccumulator een
beetje terug te draaien.
•
De oplading van de warmteaccumulators zo
mogelijk via een automatische oplaadregeling
uitvoeren. Hierdoor is gewaarborgd dat de
warmteaccumulatoren ook slechts zoveel warmte
opslaan als nodig is op de volgende dag. Een
correct ingestelde oplaadregeling is een
voorwaarde voor een economisch en comfortabel
gebruik van de nachtstroomkachel.
•
Bij vrij lange afwezigheid in de verwarmingsperiode
de kamertemperatuur duidelijk, maar niet tot
beneden 10 °C laten zakken. Daardoor wordt het
gebouw niet volledig afgekoeld (gevaar voor vorst).
•
Continu ventileren met een open raamspleet is
duur. Kort en krachtig met geheel geopende ramen
ventileren. Insteller voor de kamertemperatuur
gedurende deze tijd op MIN (linker aanslag) zetten
zodat de ventilator niet loopt.
•
Ramen en deuren sluiten niet af? Afdichting
verbeteren.
•
Raamluiken of rolluiken bij het invallen van de
duisternis sluiten. Hierdoor wordt de warmte-
uitstraling naar de openlucht gereduceerd.
•
Overgordijnen vóór warmteaccumulatoren zijn om
redenen van brandbeveiliging niet toegestaan.
Bovendien maken overgordijnen boven de
warmteaccumulator de warmteafgifte in het vertrek
slechter, bevorderen zij de warmteafgifte naar de
openlucht en leiden zij daardoor tot een hoger
energieverbruik.
•
Muren, wanden en woninginrichting nemen warmte
in tijd vertraagd op, slaan deze op en geven haar
weer af, en wel heel langzaam. Hiermee dient bij
het instellen van de temperatuur op de
kamertemperatuurregelaar en bij het instellen van
de verlagingstijden rekening te worden gehouden.
•
Vloeren, plafonds en muren vormen een
opslagmassa waarmee ook rekening moet worden
gehouden bij de dimensionering van de opslag.
Een al te drastische verlaging 's nachts zou dan tot
knelpunten in de warmtevoorziening overdag
leiden.
Summary of Contents for 14/534
Page 5: ...5 Fig 1 Wandbefestigung Ger t Ma H Ma A 14 534 800 674 14 536 1056 930...
Page 11: ...11 Schaltplan 78 4514 5361...
Page 22: ...22 Fig 1 Wall Mounting Heater Dim H Dim A 14 534 800 674 14 536 1056 930...
Page 39: ...39 fig 1 Fixation au mur Appareil Dim H Dim A 14 534 800 674 14 536 1056 930...
Page 56: ...56 Fig 1 Muurbevestiging Apparaat Afmeting H Afmeting A 14 534 800 674 14 536 1056 930...
Page 62: ...62 Schakelschema 78 4514 5361...
Page 70: ...70...
Page 71: ...71...