NL
49
half leeg zijn.
Bij het gebruik van de zonnemodule wordt de accu gelijkmatig geladen en vooral bij de modellen WZG
250B Plus met zonnemodule kan goed een gewone startaccu worden gebruikt. Belangrijk is echter, dat
de accu volledig is geladen, wanneer die in gebruik wordt genomen. De accu moet ook worden geladen,
wanneer het omheiningsapparaat niet wordt gebruikt, zodat er door zelfontlading geen schade ontstaat.
Een ontladen accu bevriest bij koude en wordt onbruikbaar. Daarom mag de accu in de winter nooit op
plaatsen worden bewaard, waar de temperatuur onder het vriespunt kan dalen! Anderzijds schaadt de
opslag bij overmatige hitte de accu eveneens.
LET OP!
Gedurende het opladen van accu's komen explosieve gassen vrij. Zorg daarom voor
voldoende ventilatie en vermijd open vuur in de buurt van de accu! Steeds voorzichtig met de
accu omgaan. Loodaccu's met veel vermogen (vooral startaccu's) kunnen gedurende korte tijd
een gevaarlijk grote hoeveelheid stroom afgeven. Accupolen daarom NOOIT kortsluiten! In de
accu bevinden zich bijtende zuren. Beschadigde accu's voorzichtig behandelen, onmiddellijk
loskoppelen en vakkundig recyclen.
Accubedrijfsduur in weken bij voortdurend gebruik (geschatte waarden)
55 Ah 12 V loodaccu*
140 Ah 12 V loodaccu*
WZG 180B
2,5
6,5
WZG 250B+ gereduceerd
vermogen
3-4
7-10,5
WZG 250B+ max. vermogen
1,5-2
3,5-5,5
* De capaciteit van een oude loodaccu is geringer dan zijn nominale waarde. De aangegeven bedrijfsduur
is een geschatte waarde, die de juiste keuze van schrikdraadapparaat en accu makkelijker moet maken.
De eigenlijke bedrijfstijd van de stroombron varieert naar gelang van de gebruiksomstandigheden en de
modus van het schrikdraadapparaat.
9. Veiligheidsinstructies
9.1. Algemeen
Een elektrische omheining moet zodanig geïnstalleerd, gebruikt en onderhouden worden, dat er geen
gevaar voor mens, dier en milieu bestaat. Voor zover deze voorschriften een aanvulling op de geldige
nationale officiële voorschriften vormen en hiermee niet in tegenspraak zijn, moeten ze bij installatie en
gebruik van WZG-schrikdraadapparaten worden opgevolgd.
9.2. Montage- en installatievoorschriften voor schrikdraadapparaten en omheiningen
Elektrische omheiningen waarin dieren of mensen verward kunnen raken, moeten worden vermeden.
Op de elektrische omheining mag uitsluitend een elektrisch omheiningsapparaat worden aangesloten.
Wanneer op de schrikdraadinstallatie meer dan één omheining is aangesloten, moet de spanningtoevoer
maar via één stroomkring plaatsvinden.
Vermijd aanraking van elektrische omheiningen vooral met het hoofd, de nek of het lichaam. Klim niet
over elektrische omheiningen of kruip niet tussen of onder elektrische omheiningen door. Gebruik steeds
poorten bij daarvoor speciaal ingerichte overgangsplaatsen.
Tussen twee elekrische omheiningen en de omheining- en verbindingsdraden ervan, waarvan
spanningstoevoer via twee verschillende schrikdraadapparaten plaatsvindt, moet een minimale afstand
van 2,5 meter worden aangehouden. Wanneer de strook tussen deze twee elektrische omheiningen als
deel van een omheining moet worden gesloten, moeten daarvoor materialen worden gebruikt, die bij
aanraking niet elektrisch geleiden.