18
EEN HARTSLAGOEFENING GEBRUIKEN
1. Plaats de borstpolssensor.
Voor de beste resultaten draagt u de borstpolssen-
sor om een hartslagoefening te gebruiken. Zie pag-
ina 12 voor informatie over de borstkas polssensor.
2. Plaats de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HET APPARAAT AANZETTEN op pagina 15.
3. Selecteer een hartslagoefening.
Om een van de hartsla-
goefeningen te se-
lecteren, drukt u her-
haaldelijk op de toets
Hartslagoefening
[HEART RATE WORK-
OUTS]. Als u een hartslagoefening hebt gese-
lecteerd dan verschijnen de duur van de oefening,
het nummer van de oefening en de maximale doel-
hartslag op het scherm. Bovendien zal er een
profiel van de hartslaginstellingen van de oefening
verschijnen in de matrix.
4. Toets een doelhartslaginstelling in.
De maximum snelheidsinstelling van de hartslag
van de geselecteerde oefening verschijnt in de
weergave van het Afvaloefeningcentrum [WEIGHT
LOSS WORKOUTS CENTER]. Indien gewenst
kunt u drukken op de toetsen Vol/HR verhogen en
verlagen om de maximale doelhartslaginstelling te
wijzigen (zie OEFENINGINTENSITEIT) op pagina
29). Let op: Als u de maximale doelhartslagin-
stelling bijstelt, dan wordt het intensiteitsniveau van
het hele programma gewijzigd.
5. Begin met de oefening.
Druk op de toets Start [START] of de toets
Snelheidstoename [SPEED] om met de oefening
te beginnen. Even nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de eerste snelheid en hellingsinstelling
van de oefening. Houd de handleuningen vast en
begin met wandelen.
Hartslagoefeningen zijn verdeeld in 1-minuut seg-
menten. Er wordt een doelhartslag geprogram-
meerd voor elk segment. Let op: Dezelfde doel
hartslaginstelling kan worden geprogrammeerd
voor opeenvolgende onderdelen.
Tijdens elk segment van de oefening zal het bedi-
eningspaneel regelmatig uw hartslag met de doel-
hartslaginstelling van de huidige onderdeel
vergelijken. Als uw hartslag te ver onder of boven
de doelhartslag ligt, dan zal de weerstand van de
pedalen automatisch verhogen of verlagen om uw
hartslag dichter bij uw doelhartslag te brengen.
Als uw hartslag niet wordt gedetecteerd tijdens een
oefening, dan zullen het tempo en de helling van
de loopband niet automatisch worden aangepast.
Als dit gebeurt, kijkt u op pagina 12.
Als het eerste gedeelte van de oefening is
beëindigd, zal een reeks geluidjes te horen zijn en
zullen alle doelhartslaginstellingen een kolom naar
links verschuiven. Als een nieuwe snelheid of
hellinginstelling is geprogrammeerd voor het vol-
gende onderdeel, dan zal de nieuwe snelheid of
hellinginstelling knipperen in het display. De oefen-
ing gaat zo verder tot het laatste onderdeel van de
oefening is uitgevoerd. De loopband zal vertragen
tot deze halt houdt.
Als de snelheids- en/of hellingsinstelling te hoog of
te laag is, dan kunt u het intensiteitsniveau van de
oefening op elk moment wijzigen door te drukken
op de Snelheids- en Hellingstoetsen [INCLINE];
maar, als het bedieningspaneel uw hartslag
vergelijkt met de doelhartslag voor het huidige
onderdeel, dan kan de helling en/of snelheid
van de loopband wijzigen om de hartslag
dichter in de buurt van de doelhartslag te bren-
gen.
OPGELET:
indien u hartproblemen
heeft, ouder bent dan 60 jaar of inactief bent
geweest, gebruik dan geen hartslagoefenin-
gen. Als u regelmatig medicijnen slikt dient u
uw arts te consulteren om te weten te komen
of de medicatie invloed zal hebben op de hart-
slagwaarde van de oefening.