De Bediening in essentie
nl
41
4.5 Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarm-
te-indicatie met twee standen. De kookzone niet aanra-
ken zolang de restwarmte-indicatie brandt.
Indicatie
Betekenis
De kookplaat is zo heet dat u kleine ge-
rechten kunt warmhouden of couvertu-
res kunt smelten.
De kookzone is heet.
5 De Bediening in essentie
5.1 Kookplaat inschakelen of uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Wanneer u de kookplaat binnen de eerste 4 seconden
na het uitschakelen weer inschakelt, treedt hij in wer-
king met de vorige instellingen.
5.2 Kookplaat inschakelen
▶
Op tippen.
a
Het indicatielampje boven brandt.
a
De indicaties branden.
a
De kookplaat is klaar voor gebruik.
5.3 Kookplaat uitschakelen
Wanneer alle kookzones een bepaalde tijd (10-60 se-
conden) uitgeschakeld zijn, wordt de kookplaat auto-
matisch uitgeschakeld.
▶
Op tippen.
a
Het indicatielampje boven gaat uit.
a
De indicaties verdwijnen.
a
Alle kookzones zijn uitgeschakeld.
a
De restwarmte-indicatie blijft verlicht totdat de kook-
zones voldoende zijn afgekoeld.
5.4 Instellen van de kookzones
Om een kookzone te kunnen instellen, moet deze ge-
kozen zijn.
In het instelgedeelte stelt u de gewenste kookstanden
in.
Kookstand
1
laagste stand
9
hoogste stand
.
Elke kookstand heeft een tussenstand,
bijv. 4. .
5.5 Kookstanden instellen
Vereiste:
De kookplaat is ingeschakeld.
1.
Met de kookzone kiezen.
a
In de kookstandindicatie brandt .
2.
In de volgende 10 seconden op of tippen.
De basisinstelling verschijnt.
–
kookstand 9
–
kookstand 4
5.6 Kookstanden wijzigen
1.
Met de kookzone kiezen.
2.
Op of tippen tot de gewenste kookstand ver-
schijnt.
5.7 Kookzone uitschakelen
U kunt de kookzone op 2 manieren uitschakelen
1.
2 keer op tippen.
a
In de kookstandindicatie verschijnt .
a
Na 10 seconden verschijnt de restwarmte-indicatie.
2.
De kookzone kiezen en op of tippen tot in de
kookstandindicatie verschijnt.
a
Na 10 seconden verschijnt de restwarmte-indicatie.
Opmerking:
De laatst ingestelde kookzone blijft geacti-
veerd. U kunt de kookzone instellen zonder opnieuw te
hoeven kiezen.
5.8 Aanbevolen instellingen om te koken
Hier krijgt u een overzicht van verschillende gerechten
en de bijbehorende kookstanden.
De bereidingstijd varieert afhankelijk van de soort, het
gewicht, de dikte en de kwaliteit van de gerechten. De
doorkookstand is afhankelijk van de gebruikte pan.
Aanwijzingen voor de bereiding
¡
Voor het aan de kook brengen kookstand 9 gebrui-
ken.
¡
Dikvloeibaar voedsel af en toe omroeren.
¡
Levensmiddelen die snel en heet worden aangebra-
den of waarbij tijdens het aanbraden veel vloeistof
vrijkomt, in kleine porties aanbraden.
¡