
56
Voorbeelden van vermogenregeling
1 tot 2
Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant- en klaargerechten
2 tot 3
Opzwellen
Ontdooien
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
3 tot 4
Stoom
Groenten, vis, vlees
4 tot 5
Water
Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
6 tot 7
Zachtjes koken
Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
7 tot 8
Koken, braden
Aardappelen, beignets, platte koeken
9
Braden
Op kooktemperatuur brengen
Steaks, omeletten
water
P
Braden
Op kooktemperatuur brengen
Water
REINIGING EN ONDERHOUD
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders bestaat er risico voor brandwonden.
Maak de kookplaat regelmatig schoon. Gebruik hiervoor een vochtige doek en wat reinigingsmiddel
of een speciaal product voor keramisch glas.
•
Om het apparaat te reinigen moet het uitgeschakeld zijn.
•
Het reinigen van het apparaat met een stoomreiniger of een hogedrukreiniger is om
veiligheidsredenen niet toegelaten.
•
Gebruik in geen geval schurende of bijtende reinigingsmiddelen zoals grill- en ovensprays,
vlekken- of roestmiddelen, schuurpoeder of sponsjes met een krassend oppervlak.
•
Wrijf de kookplaat vervolgens met een schone doek droog.
•
Verwijder suiker of spijzen die suiker bevatten onmiddellijk.
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
De kookplaat of de kookzone werkt niet:
•
De kookplaat is verkeerd op het elektrisch net aangesloten
•
De zekering is gesprongen --> controleer de zekering in de meterkast.
•
Kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
•
De tiptoetsen zijn met water of vet bespat
•
Er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op:
•
Er staat geen pan op de kookzone
•
De pan is niet geschikt voor inductie
•
De diameter van de bodem van de pan is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op:
•
Bel de Dienst na Verkoop.
Summary of Contents for AP3IND
Page 60: ...19668 2...