Du-3
L
N
L
N
L
N
L
N
1-6. AFVOERVOORZIENINGEN VOOR BUITENUNIT
Leg alleen een afvoerleiding aan als er van één plaats wordt afgevoerd.
1) Breng de afvoervoorzieningen aan voordat u de verbindingsleiding tussen bin-
nen- en buitenunit aansluit.
2) Sluit de zachte PVC-slang (L) met een binnendiameter van 15 mm aan zoals
wordt afgebeeld.
3) Zorg dat de afvoer omlaag loopt, zodat het afvoeren gemakkelijk gaat.
Opmerking:
Installeer de unit horizontaal.
Gebruik op koude locaties geen afvoerbus (1). De afvoer kan dan bevriezen waar-
door de ventilator stopt.
Tijdens het verwarmen produceert de buitenunit condens. Selecteer de plaats van
installatie om ervoor te zorgen dat de buitenunit en/of de vloeren nat worden door
afvoerwater of beschadigd raken door bevroren afvoerwater.
(1) Afvoerbus
(L) Zachte PVC-slang
Aansluitblok voor voedingsspanning
Onderhoudspaneel
2-1. DRADEN VOOR BUITENUNIT AANSLUITEN
1) Verwijder het onderhoudspaneel.
2) Draai de aansluitschroef los en sluit verbindingskabel (B) tussen bin-
nen- en buitenunit vanaf de binnenunit correct aan op het aansluitblok.
Let op dat u de draden niet verkeerd aansluit. Maak de draad stevig
vast op het aansluitblok zodat de draadkern niet zichtbaar is en er
geen externe krachten op de aansluitingen van het blok komen te
staan.
3) Draai de aansluitschroeven goed vast zodat ze niet losraken. Trek na
het vastdraaien even licht aan de draden om te controleren of ze goed
vast zitten.
4) Voer 2) en 3) uit voor iedere binnenunit.
5) Sluit het netsnoer (A) aan.
6) Zet verbindingskabel (B) tussen binnen- en buitenunit en netsnoer (A)
vast met de kabelklemmen.
7) Sluit het onderhoudspaneel zorgvuldig. Let erop dat 3-2. DE LEIDIN-
GEN AANSLUITEN volledig wordt uitgevoerd.
• Zorg ervoor, nadat u netsnoer (A) en verbindingskabel (B) tussen
binnen- en buitenunit op elkaar hebt aangesloten, dat beide kabels
goed vastzitten met de kabelklemmen.
2. INSTALLEREN VAN DE BUITENUNIT
35 mm
15 mm
• Zorg ervoor dat u elke schroef op de
overeenkomende aansluiting vast-
draait wanneer u de kabel en/of de
draad op het aansluitblok vastmaakt.
•
Maak de aardedraad iets langer dan
de andere draden. (langer dan 35 mm)
• Geef de verbindingskabels wat extra
lengte voor later onderhoud.
Aansluitblok
Aansluitblok voor
voedingsspanning
<BUITENUNIT>
Verbindingskabel binnen-
en buitenunit
VOEDINGSSPANNING
~/N 230 V 50 Hz
Draad
UNIT
<BINNENUNIT>
UNIT
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6
3. AFDICHTINGEN INSTALLEREN EN LEIDINGEN AANSLUITEN
3-1. AFDICHTING
1) Snijd de koperen leiding op de juiste wijze af met een pijpsnijder. (Afb. 1, 2)
2) Verwijder alle bramen van het gedeelte waar de leiding is afgesneden. (Afb. 3)
• Houd de koperen leiding omlaag en verwijder de bramen. De bramen mo
-
gen niet in de leiding vallen.
3) Verwijder de flensmoeren die op de binnen- en buitenunit zijn bevestigd, en
schuif ze op de ontbraamde leiding. (Ze zijn niet meer te plaatsen nadat de
afdichting gemaakt is.)
4) Afdichting (Afb. 4, 5). Draai de koperen leiding volgens de in de tabel ge-
toonde waarden stevig vast. Selecteer A mm uit de tabel volgens het gekozen
gereedschap.
5) Controleer
• Vergelijk de gemaakte afdichtflens met Afb. 6.
• Als de afdichtflens niet juist lijkt te zijn, snijd dan het flensgedeelte van de
leiding af en maak de afdichting opnieuw.
Flensmoer
Matrijs
Koperen
leiding
Koperen leiding
Braam
Koperen leiding
Extra ruimer
Pijpsnijder
Correct
Krom Oneffen Bramen
Onjuist
Bank-
schroeftype
Flensgereedschap
Vleugel-
moertype
Rondom glad
Rondom de-
zelfde lengte
Binnenkant
glanst en heeft
geen krassen.
Diameter
leiding (mm)
Moer
(mm)
A (mm)
Aanhaalkoppel
Koppelings-
gereedschap
voor R410A
Koppelings-
gereedschap
voor R22
Vleugelmoer-
gereedschap
voor R22
N•m
kgf•cm
ø6,35 (1/4”)
17
0 - 0,5
1,0 - 1,5
1,5 - 2,0
13,7 - 17,7 140 - 180
ø9,52 (3/8”)
22
34,3 - 41,2 350 - 420
ø12,7 (1/2”)
26
2,0 - 2,5
49,0 - 56,4 500 - 575
ø15,88 (5/8”)
29
73,5 - 78,4 750 - 800
BH79A244H01_nl.indd 3
10/14/2015 4:19:02 PM