NL-8
NL
3. CONISCHE AANSLUITING, LEIDINGAANSLUITING
3-2. DE LEIDINGEN AANSLUITEN
• Bevestig flensmoeren met een momentsleutel zoals voorgeschreven in de tabel.
• Indien u een flensmoer te strak aandraait, kan deze na verloop van tijd breken en
koelmiddellekkage veroorzaken.
• Isoleer de leidingen met isolatiemateriaal. Direct contact met de onbedekte leidin-
gen kan leiden tot brandwonden of bevriezing.
De binnenunit aansluiten
Verbind zowel de vloeistof- als de gasleiding met de binnenunit.
• Breng een dunne laag koelolie (K) aan op de flensuiteinden van de leidingen. Breng
geen koelolie aan op de schroefdraden. Een te groot aanhaalkoppel zal de schroef
beschadigen.
• Voor de aansluiting lijnt u eerst het midden uit en draait u de flensmoer 3 tot 4 sla
-
gen met de hand aan.
• Pas het aanhaalkoppel in bovenstaande tabel toe voor de aansluiting op de binnen-
unit, en gebruik bij het vastdraaien twee sleutels. Te strak aandraaien beschadigt
de afdichtflens.
Koperen
leiding
Correct
Krom Oneffen Bramen
Onjuist
Fig. 1
Fig. 2
Braam
Koperen leiding
Extra ruimer
Pijpsnijder
Bank-
schroeftype
Flensgereedschap
Fig. 4
Fig. 3
Rondom glad
Rondom de-
zelfde lengte
Binnenkant
glanst en heeft
geen krassen.
Flensmoer
Matrijs
Fig. 5
Fig. 6
Koperen
leiding
Vleugelmoer-
type
WAARSCHUWING
Als u het apparaat installeert, zet
de koelmiddelleidingen dan stevig
vast voordat u de compressor start.
WAARSCHUWING
Herbruikbare mechanische connectoren en conische verbindingen zijn binnens-
huis niet toegestaan.
Wanneer de koelmiddelleidingen niet met conische aansluitingen, maar met
soldering worden aangesloten, moeten alle solderingswerkzaamheden zijn
voltooid, voordat de binnenunit wordt aangesloten op de buitenunit.
Diameter
leiding (mm)
Moer
(mm)
A (mm)
Aanhaalkoppel
Koppelings-
gereed-
schap voor
R32, R410A
Koppe-
lingsge-
reedschap
voor R22
Vleugel-
moerge-
reedschap
voor R22
N•m
kgf•cm
ø6,35 (1/4”)
17
0 - 0,5
1,0 - 1,5
1,5 - 2,0
13,7 - 17,7
140 - 180
ø9,52 (3/8”)
22
34,3 - 41,2
350 - 420
ø12,7 (1/2”)
26
2,0 - 2,5
49,0 - 56,4
500 - 575
ø15,88 (5/8”)
29
-
73,5 - 78,4
750 - 800
3-1. AFDICHTING
1) Snijd de koperen leiding op de juiste wijze af met een pijpsnijder. (Fig. 1, 2)
2) Verwijder alle bramen van het gedeelte waar de leiding is afgesneden. (Fig. 3)
• Houd het uiteinde van de koperen leiding omlaag terwijl u de bramen verwijdert, zo-
dat de bramen niet in de leiding kunnen vallen.
3)
Verwijder de flensmoeren die op de binnen- en buitenunit zijn bevestigd, en schuif ze op
de ontbraamde leiding. (Ze zijn niet meer te plaatsen nadat de afdichting gemaakt is.)
4) Afdichting (Fig. 4, 5). Draai de koperen leiding volgens de in de tabel getoonde waar-
den stevig vast. Selecteer A mm uit de tabel volgens het gereedschap dat u gebruikt.
5) Controleer
• Vergelijk de gemaakte afdichtflens met Fig. 6.
• Als de afdichtflens niet juist lijkt te zijn, snijd dan het flensgedeelte van de leiding af
en maak de afdichting opnieuw.
4-3. UITLEG AAN DE GEBRUIKER
• Leg de gebruiker met de OPERATING INSTRUCTIONS (bedieningshandleiding) uit hoe de airconditioner werkt (gebruik van de afstandsbediening, verwijderen van
de luchtfilters, verwijderen of plaatsen van de afstandsbediening in de houder, reinigen, voorzorgsmaatregelen tijdens bediening, enz.)
• Raad de gebruiker aan om de BEDIENINGSHANDLEIDING zorgvuldig door te lezen.
Waarschuwing:
• Zet de unit na het proefdraaien of de controle van de werking van de afstandsbediening uit met de E.O. SW of de afstandsbediening voordat u de voeding uit-
schakelt. Als u dit niet doet, dan start de unit automatisch op wanneer de voeding weer wordt ingeschakeld.
Voor de gebruiker
• Zorg ervoor dat de gebruiker na de installatie van de unit het automatisch herstarten krijgt uitgelegd.
• Als de functie voor het automatisch herstarten niet nodig is, dan kan deze worden gedeactiveerd. Neem contact op met de onderhoudsdienst voor het deactiveren
van de functie. Zie de onderhoudshandleiding voor details.
4-2. FUNCTIE VOOR AUTOMATISCH HERSTARTEN
Dit product is uitgerust met een functie voor automatisch herstarten. Als tijdens de bediening de stroom uitvalt, zoals tijdens stroomstoringen, zorgt de functie er na
herstel van de stroomtoevoer automatisch voor dat de unit in de vorige bedieningsstand wordt opgestart. (Zie de bedieningshandleiding voor details.)
4-1. PROEFDRAAIEN
Zorg ervoor dat eerst aan de volgende voorwaarden is voldaan.
• Paneel is correct geïnstalleerd.
• Binnen- en buitenunits zijn correct geïnstalleerd en de voeding is ingeschakeld.
1) Druk een keer op de noodbedieningsschakelaar voor koelen COOL, en twee keer voor verwarmen HEAT. Het proefdraaien duurt 30
minuten. Indien het linker lampje van de bedieningsindicator om de 0,5 seconde knippert, controleer dan of de verbindingskabel tussen
binnen- en buitenunit (A) goed aangesloten is. Na het proefdraaien wordt de noodwerking gestart (ingestelde temperatuur 24ºC).
2) Druk om de bediening te stoppen de E.O. SW meerdere keren in totdat alle LED-lampjes zijn gedoofd. Zie de bedieningshandleiding
voor details.
Controleren of de afstandsbediening werkt
Druk op de toets ON/OFF (aan/uit) van de afstandsbediening (12) en controleer of u een elektronische pieptoon van de binnenunit
hoort. Druk nogmaals op de toets ON/OFF (aan/uit) om de airconditioner uit te zetten.
• Als de compressor tot stilstand komt, kan deze ter bescherming van de airconditioner de eerste 3 minuten daarna niet opnieuw gestart worden.
4. PROEFDRAAIEN
Noodbedieningsschakelaar
(E.O. SW)
RH79A022H02_04Nl.indd 8
2020/03/09 9:44:13