27
1. Hang het apparaat over de schouder, c.q. hang het op de rug
DIEFT
2PKHWQDGUXSSHOHQWHYRRUNRPHQPRHWXWLMGHQVKHWHHUVWHVSURHLHQGHVSURHL
EXLVQDDUERYHQKRXGHQHQKHWXLW]HWYHQWLHOQHW]RODQJEHGLHQHQWRWHUJHHQPHW
OXFKWYHUPHQJGHYORHLVWRIPHHUXLWNRPW
2. Bedien het uitzetventiel [8].
DIE
Ź
+HWVSURHLHQEHJLQW
4. Daalt de sproeidruk meer dan 0,5 bar ten opzichte van de optimale druk, moet u opni-
euw pompen.
$SSDUDDWW\SHV
3. Neem de optimale sproeidruk in acht
ĺWDEHO
op de manometer [14].
5. Draai aan het rode instelwieltje „DOSICONTROL“ [16]
DIEijGUXNKRJHU
,
ı³GUXNODJHUHQVWHOGHRSWLPDOHVSURHLGUXNLQ
ĺWDEHOERYHQ
6. Controleer de sproeidruk op de manometer [15]
DIE
, event. bijregelen.
7. Wanneer de druk niet meer kan worden bijgeregeld, moet u opnieuw pompen.
:DQQHHUPHWOXFKWYHUPHQJGHYORHLVWRIXLWGHVSURHLHUNRPWLVKHWUHVHUYRLUOHHJ
+
Sproeien
De drukregeling niet instelbaar op het uitzetventiel
Drukregeling instelbaar op uitzetventiel
DSSDUDDWW\SHQ**
+
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid“ in acht.
Gebruik het apparaat alleen rechtop c.q. steil rechtop hangend.
Voorkom het wegdriften van sproeidruppeltjes naar niet te behandelen oppervl-
akken. Neem de voorschriften van de fabrikant van de middelen in acht!
Sproeidruk
Sproeihoeveelheid bij sproeier 1302
1,5 bar
0,49 l/min
2,0 bar
0,56 l/min
3,0 bar
0,69 l/min
Tabel 8. Lineaire afhankelijkheid: sproeihoeveelheid – sproeidruk
Na het gebruik
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid“ in acht.
1. Trek de rode knop van het veiligheidsventiel [10] zolang omhoog, tot alle druk uit het
reservoir is verdwenen.
DIE
2. Vergrendel de pomphandgreep [11].
DIE
3. Schroef de pomp [4] uit het reservoir [2].
DIE
4. Verdun de resterende hoeveelheid tweemaal achter elkaar steeds met een 1/2 liter
water en sproei deze vloeistof op de behandelde oppervlakte.
Verzamel de resterende hoeveelheden en laat deze volgens de geldende voor-
schriften en regels als afval verwerken. Neem de voorschriften van de fabrikant
van de middelen in acht!
Maak na het gebruik de beschermingsuitrusting en uzelf schoon.
5. Veeg het apparaat met een vochtige doek schoon.
6. Voor het drogen en opslaan moet u het reservoir en de pomp van elkaar gescheiden in
een droge, tegen zonnestralen beschermde en vorstvrije omgeving bewaren.
NL
B
