65
Aansluiten
Schakel voor het aansluiten het mengpaneel en alle andere apparaten die met het mengpaneel
verbonden moeten worden uit (neem de stekkers uit het stopcontact).
Gebruik voor de aansluiting alleen hiervoor geschikte aansluitkabels. Als de verkeerde kabels
worden gebruikt, kunnen zich storingen of veiligheidsproblemen voordoen.
Om vervormingen of onjuiste aanpassingen die kunnen leiden tot beschadiging van het
mengpaneel te voorkomen, mogen op de in- resp. uitgangen alleen geschikte apparaten met
een geschikte in- resp. uitgang worden aangesloten. Let hierbij ook op de aansluitwaarden in
het hoofdstuk „Technische gegevens“.
Kabels zijn belangrijke verbindingsdelen in de installatie. Gebruik daarom altijd stevige kabels en
stekkers van uitstekende kwaliteit en audiokabels met goede isolatie.
a) Aansluiten van de ingangen
LINE1 tot LINE3 (10)
Verbind de audio-uitgangen van uw LINE-geluidsbronnen, zoals een cd-speler, tape, MP3-speler met aansluitingen
LINE (10) van het mengpaneel.
De LINE-ingangen zijn niet geschikt voor platenspelers.
PHONO IN (9)
Verbind de uitgang van uw platenspeler met de aansluiting PHONO IN (9). De PHONO-ingang is bestemd voor
platenspelers met magneetsysteem.
Deze ingang is uitsluitend bedoeld voor platenspelers. Hier mogen geen apparaten zoals een
tuner, cd-speler enz. op worden aangesloten.
Klem PHONO GROUND (8)
Als uw platenspeler over een gescheiden aarddraad beschikt, kunt u deze aansluiten op deze klem. Een dergelijke
aardverbinding dient ter voorkoming van brommende geluiden.
Microfooningang MIC (6)
Sluit hier uw dynamische microfoon op aan.
