Sound-to-light-besturing
• Druk de toets UP resp. DOWN in, tot SOU1, SOU2, SOU3 of SOU4 wordt weergegeven.
• Bevestig uw keuze met de toets ENT.
• Het lichteffect wordt nu via de ingebouwde microfoon op de maat van de muziek bestuurd.
• Pas de reactie van het lichteffect met de regelknop SOUND SENSITIVITY naast de microfoon aan aan
het volume van de muziek. Het lichteffect beweegt zich op de maat van de muziek.
Gebruik met de ingebouwde controller
• Druk de toets UP resp. DOWN in, tot Aut1, Aut2, Aut3, Aut4, Aut5,Aut6 wordt weergegeven.
• Bevestig uw keuze met de toets ENT.
• Het lichteffect wordt nu door de ingebouwde controller bestuurd.
DMX-modus
• Druk de toets FUNC in tot Axxx wordt weergegeven. De waarde xxx kan een getal van 001 tot 512 zijn
en geeft het DMX-startadres weer.
• Bevestig uw keuze met de toets ENT.
• Het lichteffect wordt nu door de externe DMX-controller bestuurd.
Elk DMX-apparaat in een DMX-serie heeft een zogenaamd startadres nodig om eenduidig
door de controller aangestuurd te kunnen worden. Het startadres bepaalt het eerste DMX-
kanaal, het tweede DMX-kanaal is het kanaal, dat op het startadres volgt, enz.
De volgende tabel verklaart de besturingsmogelijkheden van de afzonderlijke DMX-kanalen.
DMX-kanaal
Functie
1
Intensiteit rood 0-100%
2
Intensiteit groen 0-100%
3
Intensiteit blauw 0-100%
4
DMX-waarde
0-7
Licht uit
8-190
Dimmer
191-200
Sound-to-Light-besturing
201-247
Flitseffect
248-255
Licht aan
.
Handmatige besturing
• Druk de toets UP resp. DOWN in tot.Colx wordt weergegeven. De waarde xxx kan een getal van 0 tot 9
zijn en geeft de ingestelde kleur weer.
• Kies de kleur met behulp van de onderstaande tabel met de toetsen UP resp. DOWN en bevestig de keu-
ze met de toets ENT.
Displayweergave
Kleur
COL0
Wit
COL1
Rood
COL2
Groen
COL3
Blauw
COL4
Paars
COL5
Cyaan
COL6
Geel
COL7
Roze/magenta
COL8
Oranje
COL9
Lichtgroen
Master-slave-modus
In de master-slave-modus worden alle apparaten uit een serie (slave-apparaten) door de ingebouwde con-
troller van het eerste apparaat (master-apparaat) bestuurd.
• Stel bij alle slave-apparaten het DMX-startadres op A001 (zie DMX-modus).
• Verbind de DMX-uitgang DMX OUT van het master-apparaat met de DMX-ingang DMX IN van het eer-
ste slave-apparaat. Verbind vervolgens de DMX-uitgang DMX OUT van het eerste slave-apparaat met de
DMX-ingang DMX IN van het tweede slave-apparaat. Ga met alle slave-apparaten analoog te werk.
• Steek in de DMX-uitgang DMX OUT van het laatste slave-apparaat een XLR-steker met afsluitweerstand
(zoals beschreven onder „Aansluiting van een DMX-controller“).
• Stel op het master-apparaat de gewenste besturingsvorm in (sound-to-light-besturing resp. besturing
door de ingebouwde controller. zie hiervoor het betreffende hoofdstuk eerder in deze handleiding).
Aansluiting op het elektriciteitsnet
Het stopcontact waarop het lichteffect wordt aangesloten, moet gemakkelijk bereik-
baar zijn zodat het apparaat in geval van storingen snel en zonder gevaren van de net-
spanning kan worden gescheiden.
Zorg ervoor dat de netkabel niet met andere kabels in aanraking komt.
Wees voorzichtig bij de omgang met netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning
kan levensgevaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Laat kabels niet zonder toezicht rondslingeren. Deze dienen op deskundige wijze
gelegd te worden om gevaar voor ongevallen te voorkomen.
• Verbind de eurostekker van het netsnoer met de netaansluiting van het apparaat.
• Steek de netstekker van het netsnoer in een geaard stopcontact.
• Zodra de effectlamp op de netspanning wordt aangesloten, begint de werking.
Algemeen gebruik
• Gebruik het apparaat nooit als de behuizing beschadigd is of afdekkingen ontbreken.
• Het apparaat is niet geschikt voor continu gebruik. Het aanhouden van bedrijfspauzes verhoogt de
levensduur.
• Steek de netstekker nooit direct in een stopcontact als het apparaat van een koude in een warme ruimte
is gebracht. Het apparaat kan door het condenswater dat zich daarbij vormt onherstelbaar worden
beschadigd. Laat het apparaat eerst op kamertemperatuur komen, voordat u de stekker in het stopcon-
tact steekt. Wacht tot al het condenswater is verdampt.
• Netstekkers nooit met natte handen in het stopcontact steken of eruit halen.
• Haal de netstekker nooit uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, maar trek altijd uitsluitend aan
de daarvoor bestemde greepvlakken.
• Haal de netstekker uit het stopcontact als u het product langere tijd niet gebruikt.
• Haal bij onweer de netstekker altijd uit het stopcontact.
• Dek het apparaat in geen geval af, om voor voldoende ventilatie van het apparaat te zorgen. Hinder
bovendien de luchtcirculatie niet door voorwerpen zoals tijdschriften, tafelkleden en gordijnen.
Onderhoud
Controleer regelmatig de technische veiligheid van de effectstraler, bijv. op beschadiging van het netsnoer
en de behuizing.
Zet het apparaat uit en borg het tegen onbedoeld gebruik, als aan te nemen is dat veilig gebruik niet langer
mogelijk is. Haal de stekker uit de het stopcontact!
Ga ervan uit dat veilig gebruik niet meer mogelijk is als:
• het apparaat zichtbaar is beschadigd
• het apparaat niet meer functioneert
• het apparaat gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
• na zware transportomstandigheden
Vòòrdat u de effectstraler schoonmaakt of onderhoudt, moeten de volgende veiligheidsinstructies beslist in
acht worden genomen:
Open het apparaat pas 10 minuten na het uitschakelen!
Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen van onderdelen kunnen er ele-
menten worden blootgelegd die onder spanning staan.
Daarom dient het apparaat voor onderhoud of reparatie te worden losgekoppeld van
allespanningsbronnen.
Condensatoren in het apparaat kunnen nog geladen zijn, zelfs als het van alle
spanningsbronnen is losgekoppeld.
Het product mag alleen door een vakman gerepareerd worden die vertrouwd is met de
daaraan verbonden gevaren en de daarvoor geldende voorschriften.
Reiniging
De buitenkant van het lichteffect mag alleen met een zachte, droge doek of borstel worden gereinigd.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, omdat deze het opper-
vlak van de behuizing kunnen beschadigen.
Zekeringswissel
Is het vervangen van een zekering noodzakelijk, let dan op, dat alleen zekeringen van het aangegeven type
en de juiste nominale stroomsterkte worden gebruikt (zie Technische gegevens).
Het repareren van zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is niet toe-
gestaan.
• Trek de netstekker uit het stopcontact en ontkoppel de kabel van de netaansluiting van het apparaat.
• Met een geschikte schroevendraaier voorzichtig de zekeringhouder van de zekering bij de netaansluiting
met de defecte zekering eruit wippen.
• Verwijder de defecte zekering en vervang deze door een nieuwe zekering van hetzelfde type.
• Druk de zekeringhouder met de nieuwe zekering nu weer voorzichtig in de netaansluiting bij het apparaat.
• Sluit het apparaat daarna pas weer aan op de netspanning en neem het in gebruik.
Verwijdering
Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur volgens de geldende wettelijke bepa-
lingen.
Technische gegevens
Bedrijfsspanning
230 V~ / 50 Hz
Vermogensopname
5 W
Zekering
F1AL/25 V (5 x 20 mm)
Lichtbron
36 LED’s (12 x rood, 12 x groen, 12 x blauw)
DMX-protocol
DMX 512
DMX-kanalen
4
Afmetingen (zonder montagebeugel)
132 x 120 x 112 mm
Massa
730 g
Ꮨ
Ꮨ
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uit-
treksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2010 by Conrad Electronic SE.
01_0810_01/IB