NL
34
■
Wanneer de accu heeft gelekt, dan
moet contact van huid, ogen en slij m-
vliezen met het batterij zuur worden
vermeden. Spoel bij contact met bat-
terij zuur de getroffen plaatsen direct
met veel schoon water en raadpleeg
onmiddellij k een arts. Er bestaat ver-
wondingsgevaar door accuzuur!
■
Zorg ervoor dat het motorblok en de
accu niet nat kunnen worden. Gebruik
het apparaat niet meer als vloeistoffen
in het apparaat zij n binnengedrongen.
De accu zou kunnen ontvlammen of
exploderen.
■
Dek het apparaat en de netadapter
tij dens het opladen niet af, om ont-
branden van het apparaat te vermij -
den. Steek niets in de ventilatieope-
ningen van het apparaat en let erop
dat deze niet verstopt raken.
LET OP – Risico van materiële schade
■
Zorg ervoor dat het aansluitsnoer niet
bekneld raakt, geknikt of over scherpe
randen gelegd wordt, en dat het niet
in aanraking komt met hete opper-
vlakken.
■
Wikkel het snoer niet rond de net-
adapter.
■
Gebruik het apparaat alleen wanneer
het compleet en correct in elkaar
werd gezet!
Het stofreservoir en de
fi lters moeten geplaatst en onbescha-
digd zij n!
Als er vuil in het binnenste
van het motorblok terecht zou komen,
kan er schade aan de motor ontstaan.
■
Het apparaat moet zij n uitgeschakeld,
wanneer de netadapter uitgetrokken
of in de contactdoos gestoken wordt.
Trek altij d aan de netadapter en nooit
aan het snoer om het apparaat van
het lichtnet te halen!
■
Trek of draag het apparaat nooit aan
het aansluitsnoer.
■
Plaats nooit zware voorwerpen op
apparaat of aansluitsnoer.
■
Bescherm het apparaat tegen hitte,
open vuur, extreme temperaturen,
lang aanhoudend vocht en schokken.
■
Gebruik om de werking van het appa-
raat niet te hinderen en om eventuele
schade te verhinderen alleen origineel
toebehoren van de fabrikant. De leds
kunnen niet worden vervangen.
ACCU OPLADEN
Opgelet!
■
Om de maximale laadcapaciteit te
bereiken moet je de accu vóór de
eerste ingebruikname volledig opla-
den.
Als de accu tij dens het gebruik
volledig leeg raakt, dan moet hij vóór
het volgende gebruik weer helemaal
worden opgeladen.
■
Sluit de netadapter alleen aan op een
contactdoos die is geïnstalleerd vol-
gens de voorschriften en die overeen-
stemt met de technische gegevens.
De contactdoos moet na het aanslui-
ten goed toegankelij k zij n, zodat de
verbinding met het lichtnet snel kan
worden verbroken.
■
Gebruik alleen correct werkende ver-
lengsnoeren, waarvan de technische
gegevens overeenstemmen met die
van de netadapter.
■
Trek in het geval van een fout tij dens
het opladen of vóór een onweersbui
de netadapter uit de contactdoos.
1. Steek de voedingsplug van het aan-
sluitsnoer
(
H
) in de laadbus
(
5
).
2. Sluit de netadapter aan op een con-
tactdoos.
De
laadcontrolelampjes (
1
) begin-
nen te knipperen en de accu wordt
geladen.
Wanneer alle laadcontrolelampjes
continu branden, is de accu volledig
opgeladen.
Summary of Contents for 01839
Page 40: ......