
8
TIPS VOOR PROBLEEMOPLOSSING
1. De koelkast werkt niet.
Hij is mogelijk niet aangesloten op de stroomvoorziening (stekker, stroomonderbreker
of zekering); De spanning is te laag.
2. De koelkast werkt niet efficiënt zoals verwacht.
Dit kan worden veroorzaakt door ijsvorming, door een te hoge temperatuur-
instelling of door een te frequente deurbediening.
3. De koelkast maakt een ongebruikelijk geluid.
Dit kan worden veroorzaakt door een onbalans of een losse aarding van het
apparaat, of door resonantie tussen het apparaat en andere voorwerpen in de
omgeving.
4. De compressor blijft gedurende lange tijd werken.
De omgevingstemperatuur kan te hoog zijn. De deuren kunnen vaak geopend zijn
of zelfs open gelaten zijn. De instelling van de temperatuurregelknop in de stand
(4-7) kan de werkingsduur van de compressor verlengen.
5. Er komt een onaangename geur vrij.
Voedsel met een sterke geur moet goed worden verpakt voordat het in de
koelkast geplaatst wordt. Controleer of er geen bederf is opgetreden of dat de
dichting gedurende lange tijd vuil zijn gebleven.
6. Er lekt water uit de bodem van de koelkast.
De afvoerbuis is verstopt. Gebruik een geschikt gereedschap om dit op te lossen.
7. Er komt ijs op de achterkant van het apparaat.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door vochtige of hete levensmiddelen in
het apparaat te plaatsen. Of het kan worden veroorzaakt door de zware
vochtigheid van de omgeving.
De volgende gevallen zijn geen storingen.
1. Tijdens het vochtige seizoen kan zich dauw vormen aan de buitenkant van het
product, veeg het gewoon af.
2. De stroming van koelmiddel door de pijpleidingspoel kan een geluid veroorzaken.
3. Het is normaal dat de zijkanten van het product warm worden als gevolg van de
werking van de koelleiding.
4. Het frame van het apparaat zal warm worden tijdens de werking door de
ontdooipijpleiding die erin zit.
Controleer eerst de bovenstaande punten.
Als het netsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door de fabrikant, zijn
serviceagent of vergelijkbaar gekwalificeerde personen om gevaar te voorkomen.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
1. Koelkast: Het meest efficiënte energieverbruik wordt gegarandeerd door de
configuratie met de lades in het onderste deel van het apparaat en de leggers
die gelijkmatig zijn verdeeld. De positie van de deurbakken heeft geen invloed op
het energieverbruik.
2. Open de deur niet vaak en laat deze niet langer open dan nodig.
3. Koelkast: Stel de temperatuur niet te hoog in om energie te besparen, tenzij dit
nodig is vanwege de eigenschappen van het voedsel.
4. Als de omgevingstemperatuur hoog is en de temperatuurregeling is ingesteld op
lage temperatuur en het apparaat is volledig geladen, kan de compressor continu
draaien, waardoor er ijsvorming op de verdamper ontstaat. Stel in dat geval de
temperatuurregelaar in op een hogere temperatuur om automatisch ontdooien
mogelijk te maken en op deze manier energie te besparen.
5. Zorg voor een goede ventilatie. Dek de ventilatieroosters of gaten niet af.