19
Batterijen plaatsen
Bij gebruik van batterijen hebt u 4 x 1,5 V-batterijen van het type AA nodig. Deze zijn niet
inbegrepen bij de leveringsomvang.
1.
Schuif de aan-/uitschakelaar (
4
) van de arm (
2
) op lock.
2.
Kantel de naaimachine op de kop. Aan de onderkant van het
apparaat bevindt zich de deksel van het batterijvak. Open het
batterijvak (
6
), door de deksel van de behuizing weg te schuiven.
3.
Plaats 4 x 1,5 V-batterijen van het type AA. Let daarbij op de
juiste polariteit (+/–).
4.
Klap de deksel van het batterijvak dicht, druk hem omlaag en
schuif hem weer in de vergrendeling, tot hij hoorbaar vastklikt.
•
Zorg dat u altijd extra batterijen bij de hand hebt en vervang
de batterijen wanneer de prestaties van de naaimachine minder
worden.
•
Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterijen, om uitlopen
te voorkomen.
Inrijgen
❐
Let er bij de keuze van het garen op, dat het geschikt is voor naaimachines. Ongeschikt garen
kan bijv. tijdens het naaien snel breken.
Indien de naaimachine al met aangebracht garen werd geleverd, bekijk dan nauwkeurig
de draadgeleider, voordat u de draad verwisselt.
1.
Mocht u een garenspoel gebruiken, neem dan de korte spoelhouder (
8
). Voor een gewoon
klosje gebruikt u de kloshouder (
9
).
2.
Trek eventueel de spoelhouder uit het apparaat en verwijder
de veer. Steek een spoel resp. klosje zo op de houder, dat deze
tegen de wijzers van de klok in draait, wanneer er aan de draad
wordt getrokken. Steek de veer op de houder en druk deze
(met de veer) vast in de bijbehorende opening in het apparaat.
3.
Draai het handwiel (
7
), tot de arm (
2
) en de naald (
14
) boven
zijn.
