NL - 50
Draag werkhandschoenen. Die beschermen uw handen tegen
kneuzingen en schaafwonden.
Beschermt u zichzelf en eventuele medewerkers tegen
verwondingen door deeltjes die losraken en rondvliegen door
het dragen van een veiligheidshelm en zet eventueel
scheidingswanden neer.
Houd de machine bij uw werk altijd met beide handen vast en zorg
ervoor dat u stevig staat.
Controleer voor u begint te werken altijd of de boor en beitel vast in
de boorhouder zijn vastgezet en niet per ongeluk uit het werktuig
kunnen worden geslingerd.
Controleer de boorhouder regelmatig op slijtage en beschadigingen.
Start een werktuig dat terugslaat alleen dan als het tegen een
werkstuk (muur, plafond enz.) gedrukt is.
Haal de boorhamer voor het wisselen van de boren of beitels na het
voltooien van het werk van het elektriciteitsnet en neem de beitel of
boor uit de machine.
Bewaar het apparaat zodanig, dat het niet voor kinderen toegankelijk
is en laat niet iemand zonder voorafgaande met het apparaat werken.
Gebruik volgens de voorschriften
De boor- en beitelhamer wordt gebruikt om:
in steen en beton te boren
voegen in metselwerk of beton te beitelen
metselwerk af te breken