
34 NEDERLANDS
Voor gereedschappen met een ondiepe
schroefbit-insteekopening
A=12 mm
B=9 mm
Gebruik uitsluitend dit type
schroefbit. Volg procedure 1.
(Opmerking) De bitadapter is
niet nodig.
Voor gereedschappen met een diepe
schroefbit-insteekopening
A=17 mm
B=14 mm
Om dit type schroefbit te
plaatsen, volgt u procedure 1.
A=12 mm
B=9 mm
Om dit type schroefbit te
plaatsen, volgt u procedure 2.
(Opmerking) De bitadapter is
nodig om het bit te plaatsen.
1.
Om het schroefbit te plaatsen, trekt u de bus in de
richting van de pijl en steekt u het schroefbit zo ver
mogelijk in de bus.
Laat daarna de bus los om het schroefbit te
vergrendelen.
►
Fig.9:
1.
Schroefbit
2.
Bus
2.
Om het schroefbit te plaatsen, trekt u de bus in de
richting van de pijl en steekt u de bitadapter en het
schroefbit zo ver mogelijk in de bus. De bitadapter
moet met het puntige uiteinde eerst in de bus
worden gestoken. Laat daarna de bus los om het
schroefbit te vergrendelen.
►
Fig.10:
1.
Schroefbit
2.
Bitadapter
3.
Bus
Om het schroefbit te verwijderen, trekt u de bus in de
richting van de pijl en trekt u het schroefbit er uit.
OPMERKING:
Als het schroefbit niet diep genoeg
in de bus wordt gestoken, zal de bus niet naar haar
oorspronkelijke positie terugkeren en zal het schroef
-
bit niet goed vastzitten. In dat geval dient u het bit
opnieuw erin te steken volgens de bovenstaande
procedure.
OPMERKING:
Nadat u het schroefbit in de bus hebt
gestoken, controleert u dat het schroefbit stevig vast
zit. Als het uit de bus komt, mag u het niet gebruiken.
De haak aanbrengen
►
Fig.11:
1.
Gleuf
2.
Haak
3.
Schroef
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op
te hangen. De haak kan aan iedere zijkant van het
gereedschap worden bevestigd. Om de haak te beves-
tigen, steekt u deze in een gleuf op een zijkant en zet
u hem vast met de schroef. Om de haak eraf te halen,
draait u de schroef los en haalt u de haak eraf.
BEDIENING
►
Fig.12
Het juiste aandraaimoment kan verschillen afhankelijk
van het soort en de maat van de schroef/bout, het
materiaal van het te bevestigen werkstuk, enz. De ver-
houding tussen het aandraaimoment en de aandraaitijd
wordt aangegeven in de afbeeldingen.
Standaardbout
N•m
(kgf•cm)
2
1
2
1
3
0
100
(1020)
120
(1224)
80
(816)
60
(612)
40
(408)
20
(204)
M12
M14
M10
M12
M14
M10
M8
M8
3
1.
Aandraaitijd (seconden)
2.
Aandraaimoment
3.
Juiste
aandraaimoment afhankelijk van de boutdiameter
Bout met hoge trekvastheid
3
2
1
N•m
(kgf•cm)
2
1
0
80
(816)
60
(612)
40
(408)
20
(204)
3
100
(1020)
120
(1224)
M10
M12
M12
M8
M8
M10
1.
Aandraaitijd (seconden)
2.
Aandraaimoment
3.
Juiste
aandraaimoment afhankelijk van de boutdiameter
Houd het gereedschap stevig vast en plaats de punt
van het schroefbit in de schroefkop. Oefen zoveel
kracht op het gereedschap uit als nodig is om het
schroefbit op zijn plaats te houden. Schakel vervolgens
het gereedschap in om de bediening te starten.
KENNISGEVING:
Als u een reserveaccu
gebruikt om de werkzaamheden voort te kunnen
zetten, geeft u het gereedschap minstens 15
minuten rusttijd.