
37 NEDERLANDS
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Zorg altijd dat het apparaat is uitge-
schakeld en de accu ervan is verwijderd alvorens
de functies op het apparaat af te stellen of te
controleren.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het apparaat altijd uit voor-
dat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het apparaat en de accu stevig
vast tijdens het aanbrengen of verwijderen van
de accu.
Als u het apparaat en de accu niet stevig
vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en het
apparaat of de accu beschadigen, of kan persoonlijk
letsel worden veroorzaakt.
LET OP:
Wees voorzichtig dat u vinger(s) niet
bekneld raakt/raken tussen het apparaat en de
accu bij het aanbrengen van de accu, of tussen
het apparaat en het accudeksel bij het sluiten van
het accudeksel.
Om de accu aan te brengen, ontgrendelt u eerst de
dekselvergrendeling en opent u het accudeksel.
►
Fig.2:
1.
Dekselvergrendeling
2.
Accudeksel
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek hem er helemaal in tot hij op zijn plaats
wordt vergrendeld met een klikgeluid.
Sluit daarna het accudeksel.
►
Fig.3:
1.
Knop
2.
Accu
Om de accu te verwijderen, verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
uit het apparaat.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan.
Als u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
apparaat vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
OPMERKING:
Maximaal 4 accu’s kunnen worden
aangebracht, ondanks dat het apparaat tijdens
gebruik slechts één accu gebruikt.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes
►
Fig.4:
1.
Indicatorlampjes
2.
Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu
-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Resterende
acculading
Brandt
Uit
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
OPMERKING:
Afhankelijk van de gebruiksomstan
-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
OPMERKING:
Het eerste (meest linker) indicator-
lampje knippert wanneer het accubeveiligingssys
-
teem in werking is getreden.
Accu-indicator
Deze indicators geven aan welke accu in gebruik is en
de resterende acculading.
De indicators komen overeen met de accu's, zoals
aangegeven in de afbeelding.
►
Fig.5:
1.
Accu-indicator
Aanduiding van de accu in gebruik
Wanneer het apparaat wordt ingeschakeld, branden de
indicators van alle geplaatste accu's.
Enkele seconden later, brandt alleen de indicator van
de accu die in gebruik is.
Kleur van de indicator
Acculading
Groen
Er resteert nog acculading.
Rood
Er is geen acculading meer
(de accu is leeg).
Aanduiding van de resterende
acculading
Wanneer de accu die in gebruik is leeg raakt, schakelt
het apparaat automatisch over naar een andere accu.
Bij het overschakelen naar een andere accu, branden
de indicators van alle accu's.
Kleur van de indicator
Acculading
Groen
Er resteert nog acculading.
Rood
Er is geen acculading meer
(de accu is leeg).
Wanneer alle accu's leeg zijn, knippert de indicator van
de laatst gebruikte accu rood.