39 NEDERLANDS
3.
Let erop dat u de as, de flens (met name de
montagekant) en de borgmoer niet beschadigt.
Als deze onderdelen beschadigd raken, kan de
schijf breken.
4.
Zorg ervoor dat de schijf niet in aanraking is
met het werkstuk voordat u het gereedschap
hebt ingeschakeld.
5.
Laat gereedschap een tijdje draaien voordat u
het op het werkstuk gaat gebruiken. Controleer
op trillingen of schommelingen die op onjuiste
montage of een slecht uitgebalanceerd schijf
kunnen wijzen.
6.
Gebruik de aangegeven kant van de schijf om
mee te slijpen.
7.
Laat het gereedschap niet ingeschakeld lig-
gen. Schakel het gereedschap alleen in wan-
neer u het vasthoudt.
8.
Raak het werkstuk niet onmiddellijk na bewer-
king aan. Het kan bijzonder heet zijn en brand-
wonden op uw huid veroorzaken.
9.
Raak accessoires niet onmiddellijk na bewer-
king aan. Deze kunnen bijzonder heet zijn en
brandwonden op uw huid veroorzaken.
10.
Houd u aan de instructies van de fabrikant
voor het juist aanbrengen en gebruiken van de
schijven. Behandel de schijven voorzichtig en
berg deze met zorg op.
11.
Gebruik geen afzonderlijke verloopbussen of
adapters om slijpschijven met een groot asgat
aan dit gereedschap aan te passen.
12.
Gebruik uitsluitend flenzen die geschikt zijn
voor dit gereedschap.
13.
Voor gereedschap waarop schijven met een
geschroefd asgat dienen aangebracht te wor-
den, moet u ervoor zorgen dat de schroefdraad
in de schijf lang genoeg is zodat de as hele-
maal erin gaat.
14.
Zorg ervoor dat het werkstuk goed ondersteund is.
15.
Houd er rekening mee dat de schijf nog een
tijdje blijft draaien nadat het gereedschap is
uitgeschakeld.
16.
Indien de werkplaats uiterst warm en vochtig
is, of erg verontreinigd is met geleidend stof,
gebruikt u een kortsluitstroomonderbreker
(30 mA) om de veiligheid van de gebruiker te
verzekeren.
17.
Gebruik het gereedschap niet op materialen
die asbest bevatten.
18.
Draag geen stoffen werkhandschoenen tijdens
gebruik van dit gereedschap.
Vezels van stof-
fen handschoenen kunnen binnendringen in het
gereedschap waardoor het gereedschap defect
kan raken.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
WAARSCHUWING:
Laat u NIET misleiden
door een vals gevoel van comfort en bekendheid
met het gereedschap (na veelvuldig gebruik)
en neem alle veiligheidsvoorschriften van het
betreffende gereedschap altijd strikt in acht.
VERKEERD GEBRUIK of het niet naleven van de
veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwij-
zing kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
LET OP:
Controleer altijd of het gereedschap
is uitgeschakeld en de stekker ervan uit het stop-
contact is verwijderd alvorens de functies op het
gereedschap te controleren of af te stellen.
Asvergrendeling
Druk de asvergrendeling in om te voorkomen dat de
as meedraait wanneer u accessoires aanbrengt of
verwijdert.
►
Fig.1:
1.
Asvergrendeling
KENNISGEVING:
Bedien de asvergrendeling
nooit terwijl de as draait.
Het gereedschap kan
hierdoor worden beschadigd.
Werking van de schakelaar
LET OP:
Controleer altijd, voordat u de stek-
ker in het stopcontact steekt, of de trekkerscha-
kelaar op de juiste manier schakelt en weer terug-
keert naar de uit-stand nadat deze is losgelaten.
LET OP:
Knijp de aan-uitschakelaar niet met
grote kracht in zonder de uit-vergrendelknop te
bedienen. De schakelaar kan kapot gaan.
Om te voorkomen dat de aan-uitschakelaar per ongeluk
wordt ingeknepen, is een uit-vergrendelknop aan-
gebracht. Om het gereedschap te starten, trekt u de
uit-vergrendelknop in de richting van de gebruiker en
knijpt u vervolgens de aan-uitschakelaar in. Laat de
aan-uitschakelaar los om het gereedschap te stoppen.
►
Fig.2:
1.
Uit-vergrendelknop
2.
Aan-uitschakelaar
Beveiliging tegen onbedoeld
inschakelen
Het gereedschap kan niet worden ingeschakeld terwijl
de aan-uitschakelaar wordt ingeknepen, ondanks dat
het gereedschap van stroom wordt voorzien. Om het
gereedschap te starten, laat u eerst de aan-uitschake-
laar los. Trek daarna eerst aan de uit-vergrendelknop in
en knijp vervolgens de aan-uitschakelaar in.
OPMERKING:
Wanneer de beveiliging tegen onbe
-
doeld inschakelen in werking is, wacht u minstens
één seconde voordat u het gereedschap weer
inschakelt.
Zachte-startfunctie
De zachte-startfunctie voorkomt abrupt schoksgewijs
inschakelen.