79
NEDERLANDS
Dit gereedschap moet met twee bouten in de boutgaten
van het voetstuk worden bevestigd op een horizontale
en stabiele ondergrond. Hierdoor wordt voorkomen
dat het gereedschap kan omvallen en letsel kan
veroorzaken.
►
Fig.4:
1.
Stelbout
Draai de stelbout rechtsom of linksom totdat deze met
het vloeroppervlak in contact komt om het gereedschap
stabiel te houden.
De steunstangen en
steunstanghouders aanbrengen
OPMERKING:
In sommige landen zijn de steunstan
-
gen en steunstanghouders mogelijk niet inbegrepen
in de doos van het gereedschap als standaard
toebehoren.
De steunstangen en steunstanghouders ondersteunen
het werkstuk horizontaal.
Draai de geleiderassen met behulp van de inbussleutel
in de steunstanghouders.
►
Fig.5:
1.
Steunstang
2.
Steunstanghouder
3.
Geleideras
4.
Inbussleutel
Breng de steunstangen en steunstanghouders aan op
beide zijkanten van het gereedschap, zoals aangege
-
ven in de afbeelding. Controleer na het aanbrengen
of de geleideras is uitgelijnd met de geleider van het
gereedschap.
►
Fig.6:
1.
Steunstang
2.
Steunstanghouder
3.
Schroef
Draai daarna de schroeven stevig vast om de steun-
stangen en steunstanghouders vast te zetten.
BESCHRIJVING VAN DE
FUNCTIES
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat het
gereedschap is uitgeschakeld en dat de accu is
verwijderd voordat u de functies van het gereed-
schap aanpast of controleert.
Als het gereedschap
niet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit het
gereedschap wordt verwijderd, kan dat na per onge
-
luk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
De accu aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Schakel het gereedschap altijd uit
voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
LET OP:
Houd het gereedschap en de accu
stevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderen
van de accu.
Als u het gereedschap en de accu niet
stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen
en het gereedschap of de accu beschadigen, of kan
persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
►
Fig.7:
1.
Rood deel
2.
Knop
3.
Accu
Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan de
voorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accu
uit het gereedschap.
Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uit
met de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijn
plaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereed
-
schap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aan
de bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet
goed aangebracht.
LET OP:
Breng de accu altijd helemaal aan
totdat het rode deel niet meer zichtbaar is.
Als
u dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit het
gereedschap vallen en u of anderen in uw omgeving
verwonden.
LET OP:
Breng de accu niet met kracht aan.
Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschap
kan worden geschoven, wordt deze niet goed
aangebracht.
Accubeveiligingssysteem
(lithiumionaccu met ster-merkteken)
►
Fig.8:
1.
Ster-merkteken
Lithiumionaccu's met een ster-merkteken zijn voorzien
van een beveiligingssysteem. Dit systeem sluit auto-
matisch de voeding naar het gereedschap af om de
levensduur van de accu te verlengen.
Het gereedschap kan tijdens gebruik automatisch stop
-
pen wanneer het gereedschap en/of de accu aan één
van de volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
• Overbelasting:
Als het gereedschap wordt gebruikt op een
manier die een abnormaal hoge stroom-
sterkte vergt.
In dat geval laat u de trekkerschakelaar
van het gereedschap los en verhelpt u de
oorzaak van de overbelasting. Vervolgens
knijpt u de trekkerschakelaar weer in om het
gereedschap weer te starten.
Als het gereedschap niet start, kan de accu
oververhit zijn. In dat geval laat u de accu
even afkoelen voordat u de trekkerschake-
laar opnieuw inknijpt.
•
Onvoldoende accuspanning:
De resterende acculading is te laag en het
gereedschap start niet. In dat geval verwij
-
dert u de accu en laadt u die opnieuw op.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu's met indicatorlampjes
►
Fig.9:
1.
Indicatorlampjes
2.
Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu
-
rende enkele seconden.