![background image](http://html.mh-extra.com/html/makita/dhr263/dhr263_instruction-manual_225720041.webp)
41
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het
gereedschap te starten.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is
gekomen. Als u de draairichting verandert terwijl het
gereedschap nog draait, kan het gereedschap
beschadigd raken.
• Zet de omkeerschakelaar altijd in de neutrale stand
wanneer u het gereedschap niet gebruikt.
De snelwisselkop voor SDS-plus vervangen
Voor model DHR264
De snelwisselkop voor SDS-plus kan eenvoudig worden
vervangen door de snelwisselboorkop.
De snelwisselkop voor SDS-plus verwijderen (Fig. 7)
LET OP:
• Haal altijd de boor eruit voordat u de snelwisselkop
voor SDS-plus verwijdert.
Pak de wisselmof van de snelwisselkop voor SDS-plus
vast en draai deze in de richting van de pijl totdat de
streep op de wisselmof van het symbool
is verplaatst
naar het symbool
. Trek krachtig in de richting van de
pijl.
De snelwisselboorkop aanbrengen (Fig. 8)
Controleer of de streep op de snelwisselboorkop bij het
symbool
staat. Pak de wisselmof van de
snelwisselboorkop vast en zet de streep bij het symbool
.
Zet de snelwisselboorkop op de as van het gereedschap.
Pak de wisselmof van de snelwisselboorkop en draai de
streep op de wisselmof naar het symbool
totdat er
een duidelijke klik te horen is.
De werkingsfunctie kiezen
Ronddraaien met hameren (Fig. 9)
Voor boren in beton, metselwerk, enz., drukt u de
vergrendelknop in en draait u de werkingsfunctie-
keuzeknop naar het symbool
. Gebruik een boor met
een wolfraamcarbide punt.
Alleen ronddraaien (Fig. 10)
Voor boren in hout, metaal of kunststofmaterialen, drukt
u de vergrendelknop in en draait u de werkingsfunctie-
keuzeknop naar het symbool
m
. Gebruik een spiraalboor
of houtboor.
Alleen hameren (Fig. 11)
Voor beitelen, bikken of sloopwerkzaamheden, drukt u
de vergrendelknop in en draait u de werkingsfunctie-
keuzeknop naar het symbool
. Gebruik een
puntbeitel, koudbeitel, bikbeitel, enz.
LET OP:
• Verstel de stand van de werkingsfunctie-keuzeknop
niet terwijl het gereedschap draait. Daardoor zal het
gereedschap worden beschadigd.
• Om snelle slijtage van het omschakelmechanisme te
voorkomen, zorgt u dat de werkingsfunctie-keuzeknop
altijd precies in een van de drie standen staat.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor
een bepaald koppelniveau bereikt. De motor wordt dan
ontkoppeld van de uitgaande aandrijfas. Wanneer dit
gebeurt, zal de boor stoppen met draaien.
LET OP:
• Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de
koppelbegrenzer in werking treedt. Hiermee helpt u
vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen.
• Gatenzagen mogen niet worden gebruikt met dit
gereedschap. Dergelijke zagen kunnen gemakkelijk
bekneld raken in het boorgat. Daardoor zou de
koppelbegrenzer al te vaak in werking treden.
INEENZETTEN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens enig werk aan het
gereedschap uit te voeren.
Zijhandgreep (hulphandgreep) (Fig. 12)
LET OP:
• Gebruik altijd de zijhandgreep om veilig te kunnen
werken.
Monteer de zijhandgreep zodanig dat de tanden aan de
handgreep tussen de uitsteeksels aan het
gereedschapshuis passen. Draai daarna de
zijhandgreep vast door deze in de gewenste stand
rechtsom te draaien. De zijhandgreep kan 360°
rondgedraaid worden en in iedere gewenste stand
worden vastgezet.
Boorvet
Voordat u de boor aanbrengt, smeert u een beetje
boorvet (ongeveer 0,5 tot 1 gram) op de kop van de
boorschacht. Met een ingevette boorkop zal het
gereedschap beter werken en langer meegaan.
Aanbrengen en verwijderen van de boor
Reinig de boorschacht en smeer er boorvet op alvorens
de boor te plaatsen.
(Fig. 13)
Steek de boor in het gereedschap. Draai de boor en duw
deze naar binnen tot hij vergrendelt.
Als de boor er niet volledig in geduwd kan worden,
verwijdert u die boor dan. Trek eerst de boorkopmof
enkele malen omlaag. Steek vervolgens de boor
opnieuw in. Draai de boor en duw deze naar binnen tot
hij vergrendelt.
(Fig. 14)
Controleer na het aanbrengen altijd of de boor stevig in
het gereedschap is bevestigd door te proberen deze eruit
te trekken.
Om de boor te verwijderen, trekt u de boorkopmof
helemaal omlaag en trekt u dan de boor eruit.
(Fig. 15)
Boorhoek (bij beitelen, bikken of slopen)
(Fig. 16 en 17)
De boor kan in de gewenste hoek worden vastgezet. Om
de boorhoek te veranderen, drukt u de vergrendelknop in
en draait u de werkingsfunctie-keuzeknop naar het
symbool
O
. Draai de boor in de gewenste hoek.
Druk de vergrendelknop in en draai de werkingsfunctie-
keuzeknop naar het symbool
. Controleer daarna of
de boor stevig op zijn plaats vastzit door deze iets te
verdraaien.
Diepteaanslag (Fig. 18)
De diepteaanslag is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. Draai de zijhandgreep los en steek de
diepteaanslag in de opening in de zijhandgreep. Stel de
diepteaanslag af op de gewenste diepte en draai de
zijhandgreep weer vast.
Summary of Contents for DHR263
Page 5: ...5 25 26 27 014418 001145 014412 35 36 14 37 38 39 ...
Page 83: ...83 ...