41 NEDERLANDS
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/
accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto
-
matisch de voeding naar de motor uit om de levensduur
van het gereedschap en de accu te verlengen. Het
gereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop
-
pen als het gereedschap of de accu aan één van de
volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Als de accu wordt gebruikt op een manier die ertoe leidt
dat een abnormaal hoge stroomsterkte wordt getrok
-
ken, stopt het gereedschap automatisch zonder enige
aanduiding. In dat geval schakelt u het gereedschap
uit en stopt u met het gebruik dat er toe leidde dat het
gereedschap overbelast raakte. Schakel vervolgens het
gereedschap in om weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu oververhit
is, stopt het gereedschap automatisch en knippert
de lamp. In dat geval laat u het gereedschap en de
accu afkoelen, voordat u het gereedschap opnieuw
inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. Als u het gereedschap inschakelt,
draait de motor weer, maar stopt spoedig. In dit het
geval verwijdert u de accu vanaf het gereedschap en
laadt u de accu op.
De resterende acculading
controleren
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes
►
Fig.2:
1.
Indicatorlampjes
2.
Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu
-
rende enkele seconden.
Indicatielampjes
Resterende
capaciteit
Brandt
Uit
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
OPMERKING:
Afhankelijk van de gebruiksomstan
-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
De zaagmethode selecteren
►
Fig.3:
1.
Zaagmethode-keuzehendel
Dit gereedschap kan worden ingesteld op een rechte (op- en
neergaande) of pendelende zaagmethode. Bij de pendelende
zaagmethode wordt het decoupeerzaagblad naar voren geduwd
tijdens de zaagslag waardoor de zaagsnelheid sterk toeneemt.
Om de zaagmethode te veranderen, draait u de zaagme-
thode-keuzehendel naar de gewenste zaagmethodestand.
Raadpleeg de tabel om de juiste zaagmethode te kiezen.
Stand
Zaagmethode
Toepassingen
0
Zagen langs rechte
lijn
Voor het zagen van
zacht staal, roestvrij
staal en kunststoffen.
Voor schone zaag-
sneden in hout en
multiplex.
I
Zagen in een
scherpe bocht
Voor het zagen van
zacht staal, alumi-
nium en hardhout.
II
Zagen in een
normale bocht
Voor het zagen van
hout en multiplex.
Voor snel zagen in
aluminium en zacht
staal.
III
Zagen in een
flauwe bocht
Voor het snel
zagen van hout en
multiplex.
De trekkerschakelaar gebruiken
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u op de vergrendel-ont-
grendelknop. Het gereedschap wordt op standby gezet. Om het
gereedschap te starten, drukt u in standby op de aan-uitknop. Om
het gereedschap te stoppen, drukt u nogmaals op de aan-uitknop.
Het gereedschap wordt op standby gezet. Om het gereedschap uit
te schakelen, drukt u in standby op de vergrendel-ontgrendelknop.
►
Fig.4:
1.
Vergrendel-ontgrendelknop
2.
Aan-uitknop
OPMERKING:
Als het gereedschap gedurende 10
seconden op standby blijft staan zonder bediend te
worden, wordt het gereedschap automatisch uitge-
schakeld en gaat de lamp uit.
OPMERKING:
U kunt het gereedschap ook stoppen
en uitschakelen, door tijdens gebruik op de vergren
-
del-ontgrendelknop te drukken.
De lamp op de voorkant gebruiken
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Om de lamp in te schakelen, drukt u op de vergren-
del-ontgrendelknop. Om de lamp uit te schakelen, drukt
u nogmaals op de vergrendel-ontgrendelknop.
KENNISGEVING:
Wanneer het gereedschap
oververhit is, knippert de lamp. Laat het gereed-
schap afkoelen voordat u het weer gebruikt.
OPMERKING:
Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
Summary of Contents for CXTJV102DZ
Page 2: ...1 2 3 Fig 1 1 2 Fig 2 1 Fig 3 1 2 Fig 4 1 Fig 5 1 2 3 Fig 6 1 2 Fig 7 1 2 Fig 8 2 ...
Page 3: ...1 2 Fig 9 1 2 Fig 10 Fig 11 1 2 3 Fig 12 1 2 Fig 13 1 2 3 Fig 14 Fig 15 Fig 16 3 ...
Page 4: ...Fig 17 1 Fig 18 1 Fig 19 1 Fig 20 1 2 Fig 21 4 ...
Page 5: ...Fig 22 1 Fig 23 1 2 3 4 Fig 24 1 Fig 25 1 2 3 4 Fig 26 1 2 Fig 27 1 2 Fig 28 2 1 Fig 29 5 ...
Page 6: ...1 2 3 Fig 30 6 ...