Kinderen onder toezicht niet laten spelen met het
apparaat.
De panelen dienen na installatie te kunnen worden
uitgeschakeld. Dit door een vrij toegankelijke
schakelaar, stekker of thermostaat. Dit overeenkomstig
de installatie normen.
Indien de aanwezige voedingslijn is beschadigd dient
deze door de producent, leverancier, service agent of
gekwalificeerd persoon te worden hersteld om een
gevaarlijke situatie te voorkomen.
2. Installatie
2.1 Geïntegreerd in systeemplafond (fig A & B)
Plaats het paneel op de voorziene plaats in het
systeemplafond. Minimale hoogte voor (de-)montage,
T-profile 32x15: 150 mm, T-profiel 38x24: 200 mm.
ATTENTIE! Het paneel kan niet worden geïnstalleerd
in de nabijheid van de verticale bevestigingsdraden
van het systeemplafond. Het paneel vult het hele
vlak. Sluit het paneel aan.
2.2 Montage d.m.v. frame (fig A & C)
Bij montage aan plafond met gipsplaten: Zorg dat de
beugel bevestigd wordt aan de constuctiebalken van
het plafond. Door langdurige warmte kan de sterkte
van het gipsboard afnemen.
• Meet, boor en schroef het frame vast aan het
plafond.
• Haak het paneel aan het frame.
• Sluit het paneel aan.
3. Schets of foto’s van de installatie
Als laatste dient u een schets of foto’s van de installatie
bij de meterkast te hangen. Deze schets of foto’s
dienen de locaties aan te geven van de panelen en de
elektrische aansluiting.
False ceiling
Min.distance
[mm]
Ceiling
80
Wall, long side of the unit
50
Wall, short side of the unit
50
Obstacle
500
Floor
1800
Fig. 1: Minimum mounting distance
Minimum mounting distance
Mounting
Min 1,5 mm²
Max 2100 W
Fig. 3
A
B
C
D
E
Fig. 1
Fig. 2
Fig A
Minimale afstand
A: Plafond 80mm
C: Obstakel 500mm
B: Muur 50mm
D: Vloer 1800mm
Minimale afstanden:
Fig B
Geïntegreerd in plafond
Fig C
Montage d.m.v. frame
Mounting
Min 1,5 mm²
Max 2100 W
Fig. 3
A
B
C
D
E
Fig. 1
Fig. 2
MAGNUM Sol
3
Neder
lands