Voor de inbedrijfstelling
- 93 -
04.19
909.1709.9-05
12.3
Lasprocédé met elektrode
Elektrodelaskabel aansluiten
Â
Sluit de elektrodelaskabel aan op de aansluitbus min
3 of plus 6 en borg de kabel door deze rechtsom te
draaien.
Neem goed nota van de informatie van de
elektrodefabrikant.
Massakabel aansluiten
Â
Sluit de massakabel aan op de vrije aansluitbus min
3 of plus 6 en borg de kabel door deze rechtsom te
draaien.
Massaklem bevestigen
Abb. 1: Massaklem bevestigen - goed!
Â
Bevestig de massaklem in de onmiddellijke nabijheid
van de lasplaats, zodat de lasstroom niet kan weg-
lekken via machineonderdelen, kogellagers of elek-
trische schakelingen.
Â
Sluit de massaklem stevig op de lastafel of het werk-
stuk aan.
Abb. 2: Massaklem bevestigen - fout!
Â
Leg de massaklem niet op het lasapparaat c.q. gas-
fles, aangezien de lasstroom anders via de aardings-
verbindingen gaat lopen en deze onherstelbaar zal
beschadigen.
Voedingsspanning aansluiten
Het apparaat is zowel geschikt voor werking op het
stroomnet als met behulp van een elektrische generator.
Â
Steek de netstekker in de daarvoor bestemde wand-
contactdoos.
De netspanning en tolerantie alsmede de
zekering moeten overeenkomen met de
technische gegevens (zie Technische ge-
gevens).
12.4
Lasprocédé TIG
Gevaar door elektrische schok!
Bij gekozen functie HF-ontsteken (31)
staat er een hoge ontstekingsspanning
op de toorts.
Raak bij ingeschakeld apparaat nooit de
laselektrode of onderdelen die lasspanning
voeren aan.
Toorts aansluiten
Â
Sluit de toorts op de bus 3 aan en borg deze door
deze rechtsom te draaien.
Â
Verbind de gasleiding van de toorts met de gasaan-
sluiting 5.
Â
Steek de aansluitstekker van de toorts-stuurkabel in
de aansluitbus toortsschakelaar 4.
Op de aansluitbus toortsschakelaar 4 mag
uitsluitend de stuurkabel van een toorts
worden aangesloten.
Elektrode plaatsen
60
61
62
63
64
Abb. 3: Toorts
Â
Schroef de spankap 61 af.
Â
Trek de elektrode 60 uit de spanhuls 62.
Â
Slijp de elektrode 60.
Â
Schuif de elektrode 60 in de spanhuls 62.
Â
Plaats de elektrode 60 in de toorts en schroef de
spankap 61 vast.
Demonteer het spanhulshuis 63 en het
gasmondstuk 64 niet.
ii
ii