
49
Bediening
UNIFLOOR S
Bedrijfsklaar maken
• Controleer vóór de ingebruikname het
netsnoer (2)
, stekker en verlengsnoer op elektrische en mechanische schade.
• Basisinstelling van het lasmondstuk controleren:
tussen het mondstuk en de lasdraad en tussen het mondstuk en de vloer moet een ruimte van 2 à 3 mm vrij zijn.
• Bij het lassen van Linoleum kan de
afdekplaat
op het
lasmondstuk (4)
geklapt worden (zie detail A; blz 48).
Steek de stekker in het stopcontact.
De nominale spanning die op het apparaat staat aangegeven, moet overeenkomen met de
netspanning. Schakel bij een
stroomstoring
de heteluchtventilator uit.
Tips voor de werkzaamheden
• Voer een testlas uit volgens het lasvoorschrift van de fabrikant van het materiaal en nationale normen of richtlijnen.
Controleer de testlas. Pas de lastemperatuur (lasparameters) naar behoefte aan.
Positionering van het apparaat
•
Heteluchtföhn (3)
met
zwenkhefboom (18)
tot de aanslag omhoog zetten.
• Lasautomaat boven de te lassen naad plaatsen.
• Lasdraad door
draadgeleidebuis (19)
voeren, onder de
lasdraadaandrukrol (6)
doortrekken en in de naad leggen.
•
Geleiderol (20)
moet in de lasnaad lopen.
Lasparameters
•
Potmeter voor de lassnelheid (14)
op gewenste waarde instellen.
•
Potmeter voor de luchttemperatuur (16)
op gewenste waarde instellen.
•
Schakelaar van de
föhn (15)
aanzetten, tweestandenschakelaar voor
luchthoeveelheid (17)
op stand 3 circa 5
minuten op laten warmen.
•
Belangrijk: Spanningstekort
Indien de maximale temperatuur niet wordt bereikt; de luchthoeveelheid reduceren met behulp van de
lucht-
schuif (11)
en tweestandenschakelaar voor
luchthoeveelheid (17).
• Het gewicht van de lasautomaat zelf is tevens aandrukgewicht.
Het lassen
•
Heteluchtföhn (3)
met
zwenkhefboom (19)
neerkantelen en tot de aanslag inschuiven en gelijktijdig
aan-
drijfschakelaar (13)
aanzetten. (Het lassen begint).
•
Las controleren:
–
Geleiderol (20)
moet in de lasnaad lopen.
– Links en rechts van de lasdraad moet een kleine lasrups zichtbaar zijn. Eventueel lassnelheid met potmeter
voor de
lassnelheid (14)
aanpassen.
•
Wandafslag (9)
schakelt bij het aanraken van de wand automatisch de aandrijving en het verwarmingsproces uit.
• Na het lassen
heteluchtföhn (3)
met
zwenkhefboom (18)
tot de aanslag omhoog klappen.
• Aandrijfschakelaar (13)
uitzetten. Lasdraad afsnijden en indien nodig opnieuw positioneren.
• Na de laswerkzaamheden de potmeter voor de
luchttemperatuur (16)
op nul zetten zodat de
heteluchtföhn (3)
kan afkoelen. Daarna schakelaar van de
föhn (15)
uitzetten.
Netsnoer (2)
uit het elektriciteitsnet loskoppelen.
FI
230
400
230
400
Summary of Contents for UNIFLOOR S
Page 83: ......