66
NL
steek het uiteinde van de slang erin en
laat de ring los. Controleer of hij vast-
geklikt is.
Gebruik
Waarschuwing:
Om veiligheidsredenen
moet u vóór alle reinigingswerkzaamheden
de lans en het pistool met allebei uw
handen in elkaar zetten
1
et le pistolet
2
Installatie op de waterleiding (FOTO
A-B-C)
17
Aansluiting / Wandaansluiting
18
Waterkraan
19
Watertoevoerslang
20
Waterinlaat (INLET)
21
Waterfilter
22
Aansluiting
23
Slanghouder met klikverbinding (optie)
24
Blokkeersysteem van het pistool
25
Hendel van het pistool
•
Controleer of de aan/uit schakelaar
6
op de “uit” stand staat;
•
De watertoevoerslang
19
moet op
de slanghouder met klikverbinding
aangesloten worden.
Let op:
Daartoe moet u een slang
gebruiken met een minimum
weerstand van 1,5 MPa / 200 psi en een
inwendige diameter van tenminste 13
mm (1/2”).
Let op:
De watertemperatuur mag
nooit hoger zijn dan 40°C;
•
Controleer of de hogedrukslang
3
en de slangkoppeling bevestigd
zijn volgens datgene wat in het
hoofdstuk “Montage van het apparaat”
aangegeven is (foto E-13);
• Neem de aansluiting
22
, draai hem
met de hand op de inlaatkoppeling en
draai hem stevig aan.
• Neem de slanghouder met
snelkoppeling
23
en bevestig hem op
de tuinslang (niet meegeleverd).
• Steek de slanghouder
23
in de
aansluiting
22
.
•
Draai de waterkraan
18
open.
•
Steek de lans
1
in het pistool
2
.
Vergrendel de lans in het pistool, door
de lans met de klok mee te draaien
(rechtsom);
• Installeer de sproeikop
15
op de lans
1
.
•
Steek de stekker in het stopcontact
17
.
•
Zet het apparaat aan door de aan/uit
schakelaar
6
op de “aan” stand te
zetten.
•
Waarschuwing:
Het vanzelf starten
van het apparaat zonder dat het
pistool
2
open is, kan bijvoorbeeld
te wijten zijn aan het feit dat er
luchtbellen in het water zitten.
•
Druk de trekker van het pistool
25
in
zodat eventuele lucht en mogelijke
druk uit de leidingen kan ontsnappen;
•
Vul de reinigingsmiddeltank
4
met de
producten die geadviseerd worden door
de fabrikant en die geschikt zijn voor het
soort schoonmaakwerkzaamheden dat
u wilt uitvoeren;
•
Waarschuwing:
Controleer telkens als
u het apparaat aanzet of het pistool
open is (aan/uit schakelaar
6
op de
“aan” stand).
•
Het kort achter elkaar herhaaldelijk
openen en sluiten van het pistool
moet vermeden worden, behalve
in het in punt 4 van het hoofdstuk
“Aanzuiging van het reinigingsmiddel”
vermelde geval.
Hulpstukken van het pistool
2
Let op:
Gebruik het pistool
2
nooit
zonder hulpstukken!
Gebruik van de lans
1
(FOTO C)
De hogedrukreiniger is uitgerust met vijf
verschillende soorten sproeiers:
Gebruik op lage druk:
- lage druksproeier (afb. 3A, “CHEMICAL”-
ZWART): voor het gebruik met
reinigingsmiddel of reinigen met lage
druk, wij adviseren u alleen produkten
te gebruiken die getest zijn voor gebruik
in dit soort machines
(zie het hoofdstuk
Vóór de eerste ingebruikname Gebruik
fig. 3A
fig. 3B fig. 3C fig. 3D
fig. 3A