NL - 18
activeren door in te drukken.
Beperkingen van de bedieningstijd
De bedieningseenheid van de kookplaat
bevat een beperking van de bedieningstijd.
Als de warmte-instelling voor een
kookzone gedurende een bepaalde tijd
niet is gewijzigd, wordt de kookzone
automatisch uitgeschakeld. Een “
0
” wordt
gedurende 10 seconden weergegeven, er
kan echter nog wat restwarmte aanwezig
zijn. De beperking van de bedieningstijd is
afhankelijk van de geselecteerde warmte-
instelling.
Nadat een kookzone automatisch wordt
uitgeschakeld, zoals hierboven beschreven,
kan de kookzone worden gebruikt en wordt
de maximale bedieningstijd voor deze
warmte-instelling toegepast.
Restwarmtefuncties
Na de bereidingsprocessen, wordt er
warmte opgeslagen in het vitrokeramische
glas, de zogenaamde restwarmte. Het
apparaat kan ruw berekenen hoe warm
dit glas is. Als de berekende temperatuur
hoger is dan +60 °C, dan wordt dit
aangegeven in het overeenkomstige
kookzonedisplay zolang de berekende
temperatuur boven +60 °C blijft, zelfs nadat
het apparaat werd uitgeschakeld.
De indicator van de restwarmte heeft
de laagste prioriteit en wordt door elke
andere displaywaarde overschreven zoals
veiligheidsuitschakeling en weergave
van foutcodes. Wanneer de kookplaat na
een stroomonderbreking van spanning
wordt voorzien, knippert de indicator
van het display voor restwarmte. Als een
kookzone een restwarmte van meer dan
+60 °C had voordat de stroomonderbreking
plaatsvond, knippert het display terwijl
de restwarmte blijft of totdat de kookzone
wordt geselecteerd voor een andere
kookhandeling.
Aanwijzingen en tips
Belangrijk:
Als de keramische
kookplaten op hogere standen
worden gebruikt, kan worden
waargenomen dat de verwarmde zones
worden in- en uitgeschakeld. Dit komt door
een beveiliging die voorkomt dat het glas
oververhit raakt. Dit is normaal bij hoge
temperaturen en veroorzaakt geen schade
aan de kookplaat en heeft weinig effect op
de bereidingstijden.
WAARSCHUWING:
•
Gebruik de kookplaat nooit zonder
pan op de kookzone.
•
Gebruik enkel vlakke pannen met een
voldoende dikke basis.
•
Zorg ervoor dat de bodem van de pan
droog is voor u deze op de kookplaat
plaatst.
•
Wanneer de kookzone in werking is, is
het van belang dat de pan correct in het
midden van de zone staat.
•
Gebruik om energie te besparen nooit
een pan met een kleinere diameter dan
de kookplaat die u gebruikt.
Ronde
steelpanbodem
Kleine
steelpandiameter
Bodem van de
steelpan zit niet goed
vast
•
Gebruik nooit kookgerei met ruwe
bodem aangezien dit krassen kan
veroorzaken op het glaskeramisch
oppervlak.
•
Plaats bij voorkeur altijd een deksel op
de pan om warmteverlies te voorkomen.
•
De temperatuur van toegankelijke
onderdelen kan hoog zijn wanneer
het apparaat werkt. Houd kinderen en
dieren buiten bereik van de in werking
zijnde kookplaat en houdt ze uit de
buurt totdat deze na gebruik volledig is
afgekoeld.
•
Als u een barst op het kookoppervlak
ziet, moet de plaat onmiddellijk worden
uitgeschakeld en door een erkend
servicedienst worden vervangen.
Summary of Contents for LCA30
Page 117: ...52314959...