16
2
2 sec
1 sec
2 sec
2 sec
2 sec
3
a
b
c
Apparaat aan/uit / Geluid aan/uit
Ontvanger RECV
ON
Geluid
aan
OFF
Geluid uit
ON
OFF
Boorpunt bepalen
1.
Zender TX met de speciale, hechtende massa aan de achterkant vast tegen de wand of onder het
plafond hangend op het gewenste boorpunt positioneren (zie afb. a).
2.
Zender TX en ontvanger RECV inschakelen.
3.
De ontvanger RECV over de tegenoverliggende zijde van de wand / het plafond bewegen (zie afb. b).
De ledindicatoren voor de positionering (7) geven de bewegingsrichting aan met behulp van rode pijlen.
Groene vierkanten geven de overeenstemmende positie van de zender TX en de ontvanger RECV aan.
4.
Als de vier groene vierkanten branden is de positionering voltooid. Na het aftekenen van het boorpunt
(zie afb. C) neemt u het apparaat van de wand / het plafond en voert u de boring uit.
De apparaten dienen vóór het boren van de wand / het plafond te worden verwijderd.
Het boren door de markeringsopeningen geschiedt op eigen risico!
!
Boordiepte > 150 cm bepalen
De ledindicatoren voor de positionering (7) zijn geschikt voor de
bepaling van een boordiepte tot 150 cm.
Bij afstanden > 150 cm kan het boorpunt door de berekening van de
minimale boordiepte led-indicatoren met behulp van het lc-display (9).
Daarvoor de ontvanger in X- en Y-as over de wand bewegen en de
posities bij het bereiken van de betreffende minimale boordiepte-
indicatie vanuit alle vier richtingen (rechts, links, boven, beneden
naar het denkbeeldige midden) markeren.
De vier markeringen bevinden zich in een coördinatenstelsel (X-/Y-as)
en het middelpunt komt overeen met het gezochte boorpunt.
Zender TX
NL