
Gebruik
De pomp kan ingesteld worden om automatisch in- en uitgeschakeld te worden bij
specifieke waterstanden.
Het instellen van de vlotter moet altijd gedaan worden in een plek waar deze
eenvoudig toegankelijk is. De pomp kan bijvoorbeeld in een kom water geplaatst
worden. Til de vlotter naar de maximale positie, zodat de pomp begint te lopen.
Breng de vlotter langzaam omlaag naar de minimale positie, tot de pomp
uitgeschakeld wordt. Denk eraan dat u ervoor zorgt dat de pomp stopt voordat de
vlotter de bodem raakt; anders loopt de pomp droog en kan beschadigd worden.
Zorg ervoor dat de pompaansluitingen goed vastzitten.
Schakel de pomp in en uit op het stopcontact.
Transport en opslag
Til de pomp op aan het draaghandvat tijdens vervoer.
Bewaar de pomp op een droge, vorstvrije locatie. Reinig de pompcomponenten met
helder water en laat ze helemaal drogen voordat u ze opbergt.
Reiniging en onderhoud
De pomp is onderhoudsvrij.
Als u de pomp als vaste installatie gebruikt, moet u de werking van de
vlotterschakelaar iedere drie maanden controleren. Verwijder afzettingen van de
vlotter en verwijder modder etc. van de pompwaaier.
Als de waaier klemt door vuil, moet u inlaat van de pomp verwijderen en de waaier
reinigen met helder water. De pomp mag niet op de waaier rusten. Zet de pomp voor
gebruik weer in elkaar.
12