Promig 100/0601 – 9
©
KEMPPI
OY
2.2.
NBEDRIJFSTELLEN VAN HET MIG-SYSTEEM
2.2.1. Uitrusting betreffende de draaddiameter
Promig draadaanvoerrollen zijn verkrijgbaar met gladde groef, getande groef en U-groef voor verschil-
lende doelen.
Draadaanvoerrollen met gladde groef: Normale draadaanvoerrollen voor alle soorten draad.
Draadaanvoerrollen met gatande groef: Speciale draadaanvoerrollen voor gevulde- en massieve draad.
Draadaanvoerrollen met U-groef:
Speciale draadaanvoerrollen voor aluminium draad.
Draai de connectors en de Euroadapters zorgvuldig vast, opdat er geen spanningsverlies of
kortsluiting in de connectors onstaat.
Als het tussenpakket aan het tussenstation bevestigd wordt, draai dan bevestigingsschroef 31 (zie
tekening) van het draaddoorvoerpijpje los om een goed elektrisch contact te krijgen. Een slecht
contact kan overhit raken tijdens het lassen en defect raken.
Draadliner Lengte Kleurcode
Bestelnummer
stalen liner
15 m
geel
4188594
25
m
geel
4188596
te
fl
on liner
15 m
zwart
4171020
25
m
zwart
4171030
De draadliner van het tussenpakket is van staal of te
fl
on. De plastic liner wordt gabruikt bij het
lassen van aluminium of roestvaststaal. De stalen liner wordt gebruikt bij het lassen van gevulde
draad. Bij het lassen van massieve draad kan zowel een stalen als een te
fl
on liner gebruikt
worden.
Promig draadaanvoerrollen hebben twee groeven voor verschillende draaddiemeters. De juiste
draadgroef wordt gekozen door het verplaatsen van de onderlegring (28) van de ene zijde naar
de andere zijde van de draadaanvoerrol.
Draadaanvoerrollen en draaddoorvoerpijpje van de draadaanvoerunit hebben kleurcodes om het
onderscheid eenvoudiger te maken.
Draadaanvoerrollen:
Wit
voor 0,6…0,8 mm draad
rood
voor 0,9…1,2 mm draad
geel
voor 1,4…2,0 mm draad
Draaddoorvoerpijpjes: oranje
voor 0,6…1,6 mm draad
blauw
voor > 1,6 mm draad
De Promig 100 is uitgerust met rode draadaanvoerrollen met gladde groeven en met een oranje
draaddoorvoerpijpje voor het lassen van draden met een diameter van 0,9...1,32 mm.
2.2.2. Bevestiging van het tussenpakket en de draadliner
Het tussenpakket wordt door middel van een Euroadapter aangesloten op de Promig 501, 501L,
530. Afstandsbediening en synchronisatie-connectors van het tussenpakket worden aangesloten
op de desbetreffende aansluitingen op het tussenstation.
Het einde van het tussenpakket aan de tussenstationzijde, wordt door de opening aan de achter-
zijde van het tussenstation gedrukt. De Euroadapter wordt voorzichtig vastgedraaid en de aans-
luiting voor afstandsbediening en synchronisatie wordt op zijn plaats geduwd. De koelslangen
worden in de speciaal daarvoor gereserveerde ruimte gaplaatst volgens onderstaande tekening.
