3
NEDERLANDS
MO
8
9
10
11
12
7
1
3
2
4
5
w
7 8
9 p
y
u
r
e
t
q
6
TP
RDS
PTY
DISP
DAB
s d
f
k
l
h
g
a
o
i
;
j
PLAATSING VAN DE TOETSEN
Bedieningspaneel
1
De toets
(standby/aan/attenuator)
2
De bedieningsschijf
3
De toets DISP (display)
4
De toets TP (traffic programme)
RDS (radio data system)
5
De toets PTY (programme type)
6
Cassette-compartiment
7
De toets FM AM
• Deze toets functioneert tevens als de DAB-toets.
8
De toets TAPE
23
9
De toets
0
(uitwerpen)
p
De toetsen
¢
/
4
• Deze toetsen doen dienst als SSM-toets wanneer
beide toetsen tegelijk worden ingedrukt.
q
De toets SEL (selecteren)
w
De cijfertoetsen
e
De toets RPT (repeat)
• Deze toets functioneert tevens als de
∞
-toets
(DAB-service selecteren).
r
De toets RND (random)
• Deze toets functioneert tevens als de
5
-toets
(DAB-service selecteren) of de MO-toets (mono).
t
De toets SCM (sound control memory)
y
De toets CD-CH (CD-wisselaar)
u
De toets
(het bedieningspaneel vrijgeven)
Het display-venster
i
De indicator voor het niveau van het volume
(audio)
o
De indicator SCM
;
Hoofdvenster
a
De indicator MO (mono)
s
De indicator RND (random)
d
De indicator RPT (repeat)
f
De indicator LOUD
g
De indicators voor de nummers van de
FM-banden
FM1, FM2, FM3
h
De indicators voor de geluidsmodus:
BEAT, SOFT, POP
j
De RDS-indicators:
AF, EON, REG, TP, PTY
k
De indicator CD-CH (CD-wisselaar)
l
De indicator voor de AM-band
Het display-venster
NL02-03.KS-FX722R[E]f
11/15/00, 4:39 PM
3