Energie-index – Vergelijkingsmeting
De energie-index dient voor de vergelijkingsmeting en toont de relatieve capaciteit van de cellen ten opzichte van
elkaar. Zodoende is een snelle analyse van pakketten mogelijk en kan het oorspronkelijke prestatievermogen
weer tot stand worden gebracht voor het geval afzonderlijke cellen voortijdig zouden verzwakken. De energie-
index wordt berekend bij de capaciteitsmeting en de cycling.
Daartoe wordt de cel met de hoogste gemeten capaciteit als vergelijkingswaarde gebruikt (energie-index 1,00).
Alle andere cellen worden ten opzichte van deze ene cel geëvalueerd, bij voorbeeld cel 2: EI 0,81, cel 3: EI 0,97,
cel 4: EI 0,96. In dit voorbeeld is cel 1 in de beste toestand, liggen cellen 3 en 4 er slechts een beetje onder, maar
is cel 2 - met slechts een relatieve capaciteit van 81% - echter duidelijk slechter. In dit voorbeeld dient cel 2
vervangen te worden, wanneer die in combinatie met de andere wordt gebruikt. Een vergelijkende meting heeft
natuurlijk alleen zin wanneer gelijke celtypes met gelijke nominale capaciteit vergeleken worden.
Bedieningselementen en indicatoren
1. Batterijholtes
Er kunnen accu's van het type NiCd-/NiMH micro (AAA) en mignon (AA) met een capaciteit van 180-3300
mAh geladen worden. Alle batterijholtes zijn onafhankelijk van elkaar. Het is dus zonder meer mogelijk zowel
NiCd- als NiMH- en micro- en mignon-accu's met verschillende capaciteit gelijktijdig te laden. Bij het
aanbrengen van de accu's wordt het laadproces automatisch gestart. Zie 1a.
1a. Displayscherm
laden
met oplopende segmenten.
1b.
Displayscherm bij snelladen, bij het einde van het laden wisselt het display automatisch tussen laadtijd
en opgeladen capaciteit.
2. Ontlaad- en cyclingtoets — door er kort op te drukken, wordt de ontlaadfunctie gestart. Zie 2a. Door er langer
op te drukken wordt de cyclingfunctie gestart.
Zie 2b.
2a.
Displayscherm ontladen met numerieke waarde van de tot nu toe ontladen capaciteit (Ah)
2b.
Displayscherm cycling.
2c.
Displayscherm bij cycling of capaciteitsmeting — bij het einde van het laden wordt de energie-index
weergegeven en door de toets „Capacity [Ah]“ in te drukken de ontladen capaciteit.
3. Capacity
[Ah] toets — de laatst gemeten capaciteit (laatste ontlaadproces) kan worden afgelezen.
4. Selectieve accukeuze „Select Cell" — door op de toets te drukken, wordt de gewenste accu gekozen en door
het knipperen van het frame-symbool gemarkeerd. De functies ontladen, cycling
en capaciteitscontrole
kunnen nu selectief gestart worden. Als de toets zo dikwijls wordt ingedrukt dat de markering niet meer op
het display verschijnt, worden alle accu's gelijk behandeld.
5. Display
6. Instelling van de laadstroom in drie stappen bij een tot vier aangebrachte cellen.
Mignon/AA-cel Micro/AAA-cel
Schakelaarpositie Max. laadstroom Ontlaadstroom
Max. laadstroom Ontlaadstroom
L = hoog
1500 mA
480 mA
600 mA
180 mA
M = midden
1150 mA
480 mA
450 mA
180 mA
S = laag
750 mA
480 mA
300 mA
180 mA