104
Aanbrengen en vervangen van batterijen:
1.
Zorg dat het apparaat is
uitgeschakeld. Druk de rand van het
batterijdeksel in en druk omhoog.
Opmerking:
het vervangen van de
batterijen heeft geen gevolgen voor
de in het apparaat opgeslagen
testresultaten, maar mogelijk moet u
wel de instellingen bijwerken.
2.
Verwijder het batterijdeksel en
vervolgens de batterijen.
Opmerking:
gebruik geen
combinatie van batterijen van een
verschillend type, een verschillende
datum of een verschillend merk.
Gebruik alleen nieuwe batterijen van
de voorgeschreven maat en soort.
3.
Breng twee 1,5 V-alkalinebatterijen
van formaat AAA aan. Let op dat de
uiteinden '+' (plus) en '–' (min)
overeenkomen met de
aanduidingen in het batterijenvak.
Als de batterijen juist zijn geplaatst,
hoort u een piepje.