14
NL
Het is belangrijk dit boekje te bewaren zodat u het
kunt raadplegen wanneer u maar wilt. In het geval dat u
de machine verkoopt, of u verhuist, moet het boekje bij
de machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de
functies en betreffende raadgevingen kan leren kennen.
Lees de instructies met aandacht: u vindt er belang-
rijke informatie betreffende het installeren, gebruik en
veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. Pak de wasmachine uit.
2. Controleer of de wasmachine geen schade heeft
geleden gedurende het vervoer. Indien dit wel het
geval is moet hij niet worden aangesloten en moet u
contact opnemen met de handelaar.
3. Verwijder de 3
transportbouten met de
rubberen ring en bijbe-
horende afstandstukken
die zich aan de achter-
kant bevinden
(zie
afbeelding).
4. Sluit de gaten af met de bijgeleverde plastic doppen.
5. Bewaar alle stukken: mocht de wasmachine ooit
worden vervoerd, dan moeten deze weer worden
aangebracht.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Waterpassen
1. Installeer de wasmachine op een rechte en stevige
vloer en laat hem niet leunen tegen een muur, meubel
of dergelijken.
2. Als de vloer niet
perfect horizontaal is
kunt u de onregelmatig-
heid opheffen door de
stelvoetjes aan de
voorkant in- of uit te
schroeven
(zie afbeel-
ding)
; de hoek, geme-
ten ten opzichte van de
aanrecht, mag de 2°
niet overschrijden.
Een correcte waterpas geeft de machine stabiliteit
en vermijdt trillingen, lawaai en het zich verplaatsen
gedurende het functioneren van de machine. In het
geval van vaste vloerbedekking of een tapijt regelt u
de stelvoetjes zodanig dat onder de wasmachine
genoeg plaats is voor ventilatie.
Water- en elektrische aansluiting
Aansluiting van de watertoevoerslang
1. Plaats de pakking A
op het uiteinde van de
waterslang en schroef
hem op een koud-
waterkraan met een
mondstuk met schroef-
draad van 3/4 gas (
zie
afbeelding
).
Voordat u hem aansluit
moet u het water laten
lopen totdat het helder is.
2. Verbind de slang aan
de wasmachine door
hem op de betreffende
watertoevoer aan te
schroeven, rechtsboven
aan de achterkant
(zie
afbeelding)
.
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de
slang zijn.
De waterdruk van de kraan moet binnen de
waarden van de tabel Technische Gegevens liggen
(
zie bladzijde hiernaast
).
Als de slang niet lang genoeg is moet u zich wenden
tot een gespecialiseerde handelaar of een bevoegde
installateur.
Nooit reeds eerder gebruikte slangen gebruiken.
Installatie
A