NL
44
*
Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Storingen en
oplossingen
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de Servicedienst
wendt.
Storingen:
Mogelijke oorzaken / Oplossingen:
De vaatwasser start niet of
volgt de bedieningen niet op
• De waterkraan is niet opengedraaid.
• Schakel het apparaat uit door op de toets ON/OFF te drukken, schakel het na een minuut
weer in en stel het programma opnieuw in.
• De stekker zit niet goed in het stopcontact of kies een ander stopcontact.
• De deur van de vaatwasser is niet goed dicht.
De deur gaat niet dicht
• Controleer of de rekken helemaal in het apparaat zijn geduwd.
• Het slot zit niet goed vast. Druk stevig tegen de deur totdat u een klik hoort.
De afwasautomaat pompt het
water niet af.
• Het wasprogramma is nog niet beëindigd.
• De waterafvoerbuis zit gebogen
(zie Installatie).
• De afvoer van de wasbak is verstopt.
• De filter is verstopt met etensresten.
• Controleer de hoogte van de afvoerbuis.
De afwasautomaat maakt
lawaai.
• De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen. Positioneer de vaat correct en controleer
of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
• Overtollige aanwezigheid van schuim: u heeft teveel vaatwasmiddel gebruikt of
vaatwasmiddel dat niet geschikt is voor afwasautomaten.
(zie Vaatwasmiddel en gebruik van
de afwasautomaat).
Was de vaat niet vooraf met de hand.
Er blijven op vaat en glazen
kalkafzettingen of een witte
aanslag achter.
• Er zit niet genoeg onthardingszout in het reservoir.
• De regeling van de waterhardheid is niet correct; verhoog de waarden.
(zie Onthardingszout
en glansmiddel)
• Het deksel van het reservoir voor zout en glansmiddel is niet goed gesloten.
• Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Er blijven op vaat en glazen
strepen of blauwe kringen
achter.
• Er wordt teveel glansmiddel gebruikt.
De vaat is niet droog genoeg.
• U heeft een programma zonder drogen ingesteld.
• Het glansmiddel is op.
(zie Onthardingszout en glansmiddel)
• De regeling van het glansmiddel is niet correct.
• Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag of is van plastic; de aanwezigheid van
waterdruppels is normaal.
De vaat is niet schoon.
• De vaat is niet correct verdeeld.
• De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien, ze worden geblokkeerd door de vaat.
• Het wasprogramma is niet energiek genoeg
(zie Programma’s).
• Overtollige aanwezigheid van schuim: u heeft teveel vaatwasmiddel gebruikt of
vaatwasmiddel dat niet geschikt is voor afwasautomaten.
(zie Vaatwasmiddel en gebruik van
de afwasautomaat).
• Het deksel van het glansmiddelreservoir is niet correct afgesloten.
• De filter is vuil of verstopt
(zie Onderhoud en verzorging).
• Er zit geen onthardingszout meer in het reservoir
(zie Onthardingszout en glansmiddel).
• Zorg ervoor dat de hoogte van de borden compatibel is met de hoogteregeling van het rek.
• De openingen van de sproeiarmen zijn verstopt.
(zie Onderhoud en verzorging)
De afwasautomaat vult niet
met water.
is geblokkeerd met knipperende
controlelampjes
• Er zit geen water in de centrale waterleiding of de kraan is niet opengedraaid.
• De watertoevoerbuis zit gebogen
(zie Installatie).
• De filters zitten verstopt; ze moeten schoongemaakt worden.
(zie Onderhoud en verzorging)
• De afvoer zit verstopt; hij moet schoongemaakt worden.
• Na de controle- en schoonmaakwerkzaamheden dient u de afwasautomaat uit en opnieuw in
te schakelen en een nieuwe wascyclus te starten.
• Als het probleem aanhoudt, sluit u de waterkraan af, u haalt de stekker uit het stopcontact en
neemt contact op met de servicedienst.