(Fig 6).
8. Sluit het deksel van de kooi en zet deze vast door in het
midden van de klemmen te drukken (Fig 7).
9. Controleer of de in- en uitlaatnokken van het
kogelscharnier op één lijn liggen en draai de moer stevig
op het schroefdraad van de uitlaatadapter (Fig 8).
10. Gebruik van slangen met kleine doorlaat leidt tot
overmatige restrictie van de waterstroom. Hoe groter de
diameter van de slang die u gebruikt, des te beter zullen
de prestaties van de pomp zijn, vooral bij grotere
slanglengtes. De slangkoppeling die met dit apparaat
wordt meegeleverd is geschikt voor slangen van 25 mm
(1’’), 32 mm (1,25’’) en 40 mm (1,6’’), alsmede een ¾’’ BSP-
schroefdraad voor het bevestigen van fonteinaccessoires.
Wij adviseren altijd om voor pompen van deze grootte de
slang met een diameter van 40 mm te gebruiken als de
pomp wordt gebruikt als watervalpomp of in combinatie
met een filter (Fig 3). Zodra u de slangdiameter die u wilt
gebruiken heeft geselecteerd, dient u de stappen van de
slangkoppeling af te snijden die kleiner zijn dan de
slangdiameter om restrictie te voorkomen (Fig 9). Schuif
een slang van geschikte lengte om de slangkoppeling, zet
deze vast met een geschikte slangklem en plaats het
uiteinde van de slang in de gewenste locatie.
11. Schroef de slangkoppeling direct op de uitlaatnok van
het kogelscharnier (Fig 10). Het kogelscharnier kan worden
gedraaid, zodat de slang bij de pomp vandaan kan worden
gehouden.
Locatie vijverpomp
12. Voor het beste resultaat dient de pomp in het diepste
deel van de vijver te worden geplaatst. Dit zorgt voor de
beste circulatie van water in de vijver en bij gebruik als
filtratiepomp wordt de capaciteit om vaste deeltjes te
transporteren gemaximaliseerd.
Voor het beste resultaat dient de pomp niet direct op de
bodem van de vijver te worden geplaatst. Wij adviseren om
de pomp op een vlakke, horizontale verhoging te
installeren die ongeveer 300 mm boven de bodem van de
vijver uitsteekt. Dit voorkomt dat de pomp modder direct
van de bodem van de vijver aanzuigt en zorgt er ook voor
dat er voldoende water in de vijver blijft staan bij
onbedoelde lekkage van vijverwater (zie fig 11).
Gebruik nooit de stroomkabel om de pomp op te tillen; dit
kan schade veroorzaken. Wij adviseren om een
ophaalkoord aan het handvat op de zeefkooi vast te
maken als de pomp diep onder water wordt geïnstalleerd.
Dierbeschermingssysteem (DBS)
13. Als u vissen of andere dieren in uw vijver heeft, zijn er
periodes tijdens het jaar dat deze zich kunnen
voortplanten. Op dat moment zijn de jonge vissen klein en
kunnen deze door de pomp worden opgeslokt. Om deze
mogelijkheid te minimaliseren heeft de Aquaforce-
pompserie een uniek Dierbeschermingssysteem (DBS), dat
de grootte van de inlaatzeef tijdens deze cruciale periode
in de levenscyclus van de vissen verlaagt naar 2 mm. Om
deze functie te gebruiken dient u de 4 pootjes van het DBS
zoals beschreven in Fig 12 op de juiste plek in het onderste
deel van de kooi te plaatsen en ervoor te zorgen dat het
DBS de juiste oriëntatie heeft. Maak de bovenkant van de
kooi dicht en zet de klemmen vast. Tijdens gebruik van het
DBS kan het zijn dat u de zeefkooi vaker dient schoon te
maken. Zodra de vissen of andere dieren voldoende
gegroeid zijn, kunt u het DBS uit uw pompkooi
verwijderen en de zeefgrootte terugbrengen naar de
maximale grootte van 6 mm.
De Hozelock Cyprio-serie Aquaforce-pompen is ontworpen
voor snel en eenvoudig onderhoud. Om de levensduur van
uw pomp te verlengen en uw pomp in optimale conditie te
houden, dient u deze onderhoudsrichtlijnen te volgen.
Let op:
Ontkoppel of schakel altijd de stekkers van ALLE
apparaten in de vijver uit voordat u met uw handen in het
water gaat of met het onderhoud begint.
1. Als de pomp pas is geïnstalleerd, dient u dagelijks te
controleren of de pomp correct functioneert.
2. Als u merkt dat de prestaties afnemen (laag debiet),
dient u de zeefkooi schoon te maken.
Schoonmaakintervallen kunnen verschillen, afhankelijk van
de kwaliteit van het water in uw vijver. Het kan soms
wekelijks zijn tijdens de zomermaanden. Om de zeefkooi
te reinigen dient u de klemmen te openen en de pomp te
verwijderen. Vuildeeltjes die de gaten van de zeef
verstoppen kunnen dan uit de kooi worden verwijderd en
de kooi kan in schoon water worden gewassen. U dient
ook te controleren of de pompkamer & rotor niet verstopt
zijn met vuildeeltjes.
3. Tenminste eenmaal per jaar dient u de pomp inclusief de
rotor zoals hieronder beschreven volledig te demonteren
en alle componenten in schoon, vers water te wassen.
Vervang alle versleten of kapotte onderdelen.
Demonteren & monteren pomp
(Fig 13 (1000) & Fig 14 (2500 & 4000))
a. Schakel de pomp uit, verwijder de zeefkooi zoals
hierboven beschreven en verwijder de pomp.
b. Let op dat de pomp is afgekoeld voordat u deze
demonteert.
c. Haal de pompkamer (a) los door deze te roteren totdat
de twee klemlipjes niet meer onder de uitsteeksels van de
motorbehuizing zitten.
d. Houd de pompkamer recht en trek deze voorzichtig los
van de motorbehuizing (d).
e. Trek de rotor (c) uit de motorbehuizing (d).
Let op!
Wees extra voorzichtig dat u geen kleine
onderdelen laat vallen. Zie Fig 15-a voor montage van de
1000 rotor, Fig 15-b voor montage van de 2500 rotor en Fig
15-c voor montage van de 4000 rotor.
f. Was alle onderdelen uit met schoon water. Gebruik geen
detergenten of andere chemische schoonmaakmiddelen.
g. Plaats de rotor terug in de motorbehuizing, zet de
pompkamer terug en plaats de pompkamer terug in de
zeefkooi.
4. Als u in een gebied woont met hard water (water met
een hoog gehalte calcium of kalk), dienen de pomp, de
rotor en de binnenkant van de motor regelmatig te
worden gereinigd. Het benodigde reinigingsinterval
varieert, afhankelijk van de hardheid van uw water. U dient
daarom regelmatig te controleren op tekenen van
kalkafzetting.
Om calcium- of kalkafzettingen te verwijderen kunt u een
kleine Nylon borstel gebruiken (zoals een tandenborstel).
Ontmantel de pomp zoals boven beschreven en verwijder
de rotor. Verwijder met vers, schoon water de
kalkafzettingen van de rotor.
Als er zich te veel kalk ophoopt, kan het zijn dat de
thermische beveiliging wordt geactiveerd (zie INLEIDING).
1. U dient uw pomp tijdens de herfst uit uw vijver te
verwijderen.
2. Maak de pomp zoals boven beschreven schoon.
3. Tijdens de winter adviseren wij om de pomp in een
Onderhoud
Zorg Tijdens de Winter