59
NL
Praktische tips voor het gebruik van het
apparaat
!
Gebruik pannen die gemaakt zijn van materiaal dat
geschikt is voor inductie (ferromagnetisch materiaal).
Wij raden het gebruik aan van pannen van: gietijzer,
geëmailleerd staal of speciaal inductie roestvrij staal. U
kunt zelf testen of een pan geschikt is door hem uit te
proberen met een magneet.
*
GESCHIKTE MATERIALEN
ONGESCHIKTE MATERIALEN
Gietijzer
Ge‘mailleerd staal
Speciaal roestvrij staal
Koper,
Aluminium, Glas, Terracotta,
Aardewerk, Niet magnetisch roestvrij staal
Om optimale resultaten te bereiken met de kookplaat:
• Gebruik alleen pannen met een dikke, platte bodem
zodat ze perfect aansluiten op het verwarmingsvlak.
• Gebruik pannen die groot genoeg zijn om
de kookplaat geheel te bedekken zodat alle
beschikbare hitte wordt benut.
• Houd de bodem van de pannen altijd goed schoon
en droog zodat ze goed aansluiten op het kookvlak.
Dit verlengt de levensduur van zowel de pannen als
het kookvlak zelf.
• Vermijd dezelfde pannen te gebruiken die
u ook op een gasfornuis heeft gebruikt: de
warmteconcentratie van gasbranders kan de bodem
van pannen vervormen, waardoor ze niet goed meer
aansluiten.
Veiligheidssystemen
Pannensensor
Ieder kookgedeelte is voorzien van een systeem
dat waarneemt of er een pan op staat. De plaat
straalt alleen warmte uit als er een pan van de juiste
afmetingen op staat. Het knipperende controlelampje
kan betekenen:
• dat de pan niet geschikt is
• dat de pan een te kleine diameter heeft
• dat de pan niet goed aansluit
Oververhitting
In het geval van oververhitting van de elektronische
onderdelen gaat de kookplaat automatisch uit
en verschijnt op het display
F
gevolgd door een
knipperend nummer. Deze boodschap verdwijnt
en u kunt de kookplaat weer gebruiken zodra de
temperatuur tot op een acceptabel niveau is gezakt.
Veiligheidsschakelaar
Het apparaat beschikt over een veiligheidsschakelaar
die de kookgedeeltes automatisch uitschakelt als
de tijdslimiet voor een bepaald vermogensniveau is
bereikt. Tijdens deze veiligheidsonderbreking vertoont
het display het cijfer “0”.
B.v.: de kookplaat rechtsachter staat op 5, terwijl de
plaat linksvoor op 2 staat. De plaat rechtsachter zal
automatisch na 5 uur uitgaan, de plaat linksvoor na 8 uur.
Geluidssignaal
Enkele storingen, zoals:
• een voorwerp (pan, bestek, enz.) dat meer dan 10
seconden op het bedieningspaneel ligt,
• gemors op het bedieningspaneel,
• een lange druk op een toets, kunnen een
geluidssignaal veroorzaken. Verwijder de oorzaak
van de storing en het geluidssignaal houdt op. Als
de oorzaak van de storing niet wordt verwijderd
blijft het geluidssignaal gaan en wordt het kookvlak
uitgeschakeld.
Vermogensniveau
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Begrenzing van de werkingsduur in uren
9
8
7
6
5
4
3
2
1