46
NL
- Wanneer de aanraakbediening de initiële kalibrering-
procedure heeft uitgevoerd (ca. 3s) kan de dampkap of
andere verlichting normaal worden ingeschakeld. Dit zal
de werking van de aanraakbediening niet beïnvloeden.
De kookplaat inschakelen
Wanneer het vermogen aanvankelijk wordt toegepast
op de kookplaat geleidt het aanraakpaneel een kali-
breringprocedure voor de aanraaktoetsen. Hiervoor is
een zacht omgevingslicht vereist in de zone van de
aanraaktoetsen. Als er te veel omgevingsverlichting
wordt gedetecteerd, geeft de gebruikersinterface de
"FL"-fout weer en de kalibrering wordt opgeschort. De
fout verdwijnt als er voldoende omgevingslicht wordt
gedetecteerd en de aanraakbediening kalibreringpro-
cedure wordt nu correct afgewerkt
Nadat u de kookplaat hebt verbonden met het elek-
trisch netwerk kan het aanraakpaneel automatisch
worden vergrendeld. Om het paneel te ontgrendelen,
houd u de Bedieningspaneel vergrendelen knop
ingedrukt.
Om de kookplaat in te schakelen, houd u de
knop
ongeveer een seconde ingedrukt.
De kookplaat wordt ingeschakeld wanneer een ge-
luidsignaal weerklinkt en de schermen van de kook-
zones geven het digitaal cijfer weer
Als de kookplaat UITGESCHAKELD is, na 5 sec., schakelt
de bedieningsknop
TOETSVERGRENDELING LED
AAN wanneer een
toets wordt aangeraakt en we kunnen blijven werken. Het
toetsenbord ontgrendelt normaal om het energieverbruik
te verlagen.
Wanneer de kookplaat wordt uitgeschakeld, weerklinken
er 3 geluidsignalen
Het Energiebeheer instellen
De maximum stroomlimiet van de kookplaat is 7200W.
Deze limiet kan worden verlaagd door de gebruiker tot
2800W, 3500W of 6000W.
De volgorde om een nieuwe limiet in te stellen voor de
kookplaat is:
·Tijdens de eerste 30 seconden na het inschakelen van
het apparaat
·De toets moet ontgrendeld zijn en alle platen moeten
uitgeschakeld zijn
·Druk gelijktijdig op de Brander 1 en Brander 3 selectie-
knoppen
· Daarna weerklinkt een geluidsignaal en de reële kook
stroom veroorzaakt door elektromagnetische velden
(inductie); kan meer of minder intensief zijn afhankelijk
van het materiaal van de onderzijde van de pot, en
vermindert naarmate grotere potten worden gebruikt.
•
Luid fl uitsignaal:
weerklinkt wanneer twee inductie-
elementen van dezelfde groep gelijktijdig aan
maximum vermogen werken en/of wanneer de
booster-functie wordt ingesteld op het grotere element
terwijl het andere automatisch wordt aangepast. Het
lawaai vermindert wanneer het vermogen van het
automatisch aangepaste inductie-element wordt
verlaagd; de onderlagen van potten van uiteenlopend
materiaal vormen ook een oorzaak van dit lawaai.
•
Lawaai v/d ventilator:
een ventilator is noodzakelijk
om ervoor te zorgen dat de kookplaat correct werkt
en om de elektronische eenheid te beschermen tegen
oververhitting. De ventilator werkt aan het maximum
vermogen als het grote inductie-element aan het
maximum vermogen werkt of wanneer de booster-functie
ingeschakeld is; in alle andere gevallen werkt hij aan het
gemiddelde vermogen afhankelijk van de gedetecteerde
temperatuur. De ventilator kan bovendien blijven werken,
zelfs nadat de kookplaat wordt uitgeschakeld, als de
gedecteerde temperatuur te hoog is.
De bovenvermelde soorten geluidsignalen zijn te wijten
aan inductietechnologie en vormen niet noodzakelijk
operationele defecten.
!
Als de (-) of (+) knop wordt ingedrukt gedurende een
lange periode bladert het scherm snel door de vermogen
niveaus en timer minuten.
Initiële lichtvoorwaarden
Wanneer het vermogen aanvankelijk wordt toegepast
op de kookplaat geleidt het aanraakpaneel een kalibre-
ringprocedure voor de aanraaktoetsen. Hiervoor is een
zacht omgevingslicht vereist in de zone van de aan-
raaktoetsen.
Als er tijdens deze kalibreringprocedure een sterke
omgevingsverlichting wordt gedetecteerd, geeft de ge-
bruikersinterface "FL" (infrarood omgevingslicht defect)
weer en de bediening kalibreringprocedure wordt opge-
schort. Om het proces te corrigeren, moet iedere ver-
lichting die de kalibreringprocedure kan beïnvloeden,
worden uitgeschakeld (bijv. halogeen fornuisverlich-
ting). De fout verdwijnt als er voldoende omgevingslicht
wordt gedetecteerd en de aanraakbediening kalibre-
ringprocedure wordt nu correct afgewerkt.
-De „FL”-fout kan enkel worden gegenereerd binnen
ca. 3s dat de initiële stroom wordt toegepast op het
kookblad.
- We raden aan dat de gebruiker alle verlichting van
het fornuis en verlichting die naar het fornuis is gericht
uitschakelt wanneer de stroom aanvankelijk wordt toe-
gepast op de kookplaat.