10
Instellen Timer /
Temperatuur-instellingen
In timer modus, drukt u op en
om de tijd in te stellen op 1 uur
intervallen.
De timer instellen is beschikbaar
van 1 - 24 tijdens koel- en
verwarmingsmodus.
Druk op en om de
temperatuur te verhogen of
verlagen.
NL
USE AND OPERATION (VERVOLG)
AFSTANDSBEDIENING
Alle belangrijke functies kunnen worden geraadpleegd met de afstandsbediening.
Gebruik alleen AAA of IEC R03 1.5V batterijen.
Verwijder de batterijen als de afstandsbediening voor een maand of langer niet in gebruik zijn.
Alle batterijen moeten tegelijkertijd worden vervangen, en niet mengen met oude batterijen.
Meng geen alkalische, standaard (koolstof-zink) of oplaadbare (nikkel-cadmium) batterijen.
Deponeer gebruikte batterijen op een verantwoorde wijze.
•
•
•
•
•
LET OP:
Aan/Uit-instellingen
AAN/UIT
Slaapinstellingen
Swing instellingen
AAN/UIT
AAN/UIT
OPMERKING:
Batterijen installeren: Verwijder het klepje aan de achterzijde van de afstandsbediening en plaats
twee AAA batterijen met + en - in de juiste richting volgens de polariteitsaanduidingen.
•
Verkoelen
Verwarmen*
Ontvochtigen
Ventileren
•
•
Druk om de werkingsmodus te
veranderen op volgorde van:
Druk om de temperatuur te schakelen
tussen Celsius en Fahrenheit .
MODUS INSTELLINGEN
Ventilatorsnelheid instellingen
°C / °F-instellingen
• HOOG • LAAG
Dit toestel voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is onderworpen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit toestel mag
geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit toestel moet elke ontvangen storing goedkeuren, inclusief interferentie die ongewenste
werking kan veroorzaken.
Dit materiaal is getest en bevonden te voldoen aan de normen voor een digitaal apparaat van Klasse B, overeenkomstig aan deel
15 van de FCC-regels. Deze normen zijn bedoeld om redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke storing bij installatie in
een woonomgeving. Dit materiaal produceert, gebruikt en kan radiofrequentie-energie uitstralen, en kan als het niet geïnstalleerd
en gebruikt wordt overeenkomstig de instructies, schadelijke storing aan radiocommunicatie veroorzaken. Echter, er is geen
garantie dat er geen storing in een bepaalde installatie zal voorkomen. Als apparatuur schadelijke storing veroorzaakt aan radio- of
televisieontvangst, kan dit worden bepaald door het materiaal aan en uit te zetten. De gebruiker wordt aangemoedigd om de storing te
corrigeren door één of meer van de volgende maatregelen:
• Heroriënteer of verplaats de ontvangstantenne.
• Vergroot de ruimte tussen het materiaal en de ontvanger.
• Verbind de apparatuur en uitlaat op een andere circuit dan waaraan de ontvanger is verbonden.
• Raadpleeg de handelaar of een ervaren radio/televisie technicus voor hulp.
Let op: Veranderingen of wijzigingen die niet zijn goedgekeurd door de partij verantwoordelijk voor naleving, kunnen de authoriteit van
de gebruiker om de apparatuur te bedienen nietig verklaren.
*Alleen toepasbaar voor modellen met een Verwarmingsfunctie.