
Nederlands
43
VOORZICHTIG
○
Indien
“Impact”
is
ingesteld
voor
het
boren
dat
normaliter
met
“Rotation”
wordt
uitgevoerd,
zal
de
kracht
van
het
boren
sterker
zijn
maar
wordt
het
boorstuk
of
andere
delen
mogelijk
beschadigd.
○
Als
de
koppelingsinstelling
moeilijk
op
de
hamermarkering
“
”
stand
kan
worden
gezet,
draait
u
de
boorkop
een
weinig
naar
links
of
rechts,
waarna
u
de
koppelingsinstelling
opnieuw
op
de
hamermarkering
“
”
stand
probeert
te
zetten.
4.
Veranderen
van
de
draaisnelheid
Gebruik
de
toerenschakelaar
om
de
draaisnelheid
te
veranderen.
Druk
op
de
vergrendeltoets
en
schuif
de
toerenschakelaar
in
de
richting
van
de
pijl
(Zie
Afb.
7
en
8
).
Door
de
toerenschakelaar
op
“LOW’’
te
zetten,
draait
de
boor
met
lage
snelheid.
Wanneer
de
toets
“HIGH’’
gezet
wordt,
draait
de
boor
op
hoge
snelheid.
LET
OP
○
Controleer
of
de
hoofdschakelaar
inderdaad
uit
staat
voor
u
de
instelling
voor
het
toerental
verandert.
De
motor
wordt
beschadigd
wanneer
de
draais
nelheid
veranderd
wordt
tijdens
het
draaien
van
de
motor.
○
Als
u
de
toerenschakelaar
op
“HIGH”
(hoog
toerental)
zet,
terwijl
de
koppelingsinstelling
tussen
“15”
en
“22”
staat,
kan
het
gebeuren
dat
de
koppeling
doorslipt
en
dat
de
motor
vast
komt
te
staan.
Zet
in
dat
geval
de
toerenschakelaar
op
“LOW”
(laag
toerental).
○
Schakel
de
netspanning
onmiddelijk
uit
wanneer
de
motor
vast
loopt.
Dit
om
te
voorkomen
dat
de
motor
of
accu
beschadigd
wordt.
○
De
lithium-ion
batterij
is
voorzien
van
een
beschermingsfunctie
die
volledige
ontlading
van
de
batterij
voorkomt
waardoor
de
levensduur
wordt
verlengd.
Wanneer
het
gereedschap
overbelast
raaktkan
de
motor
tot
stilstand
komen.
Dit
geeft
geen
probleem
met
het
product
aan
maar
wordt
veroorzaakt
door
de
beschermingsfunctie.
Laat
de
schakelaar
onmiddelijk
los
en
zoek
naar
de
oorzaak
van
de
overbelasting.
5.
Manieren
en
suggesties
voor
gebruik
Tabel
4
geeft
een
overzicht
van
de
diverse
werkzaamheden
die
met
dit
apparaat
kunnen
worden
uitgevoerd
op
basis
van
de
mechanische
eigenschappen
van
dit
gereedschap.
Tabel
4
Werk
Koppelingsinstelling-positie
Suggesties
Boren
Steen
Gebruik
een
boor
en
dopsleutel
die
met
de
diameter
van
de
schroef
overeenkomen.
Hout
Staal
Aluminium
Drijven
Kolomschroef
1
–
22
Bohrespitze
of
Hülse
dem
Schraubendurchschnitt
verwnden.
Houtschroef
1
–
Gebruik
na
het
voorboren
van
gat.
6.
Kiezen
van
het
aantrekkoppel
en
de
draaisnelheid
Tabel
5
Toepassing
Koppelingsinstelling-
positie
Kiezen
van
het
toerental
(kapstand)
LOW
(laag
toerental)
HIGH
(hoog
toerental)
Drijven
Kolomschroef
1
–
22
Voor
schroevan
met
een
diameter
van
4
mm
of
minder.
Voor
schroevan
met
een
diameter
van
6
mm
of
minder.
Houstschroef
1
–
Voor
schroeven
met
een
nominale
diameter
van
8
mm
of
minder.
Voor
schroeven
met
een
nominale
diameter
van
4,8
mm
of
minder.
Boren
Steen
Voor
diameters
van
13
mm
of
minder.
Voor
diameters
van
8
mm
of
minder
(DV14DSFL)
Voor
diameters
van
10
mm
of
minder
(DV18DSFL)
Hout
Voor
diameters
van
32
mm
of
minder.
(DV14DSFL)
Voor
diameters
van
18
mm
of
minder.
(DV14DSFL)
Voor
diameters
van
38
mm
of
minder.
(DV18DSFL)
Voor
diameters
van
22
mm
of
minder.
(DV18DSFL)
Metaal
Voor
boren
met
een
staalboor.
––––––––
LET
OP
○
Bovenstaande
voorbeelden
in
Tabel
5
kunnen
als
standaard
gezien
worden
voor
de
verschillende
types
schroeven
en
materialen,
alhoewel
verschillende
schroeven
en
materialen
gebruikt
worden
in
de
praktijk.
Voor
verschillende
types
dient
het
juiste
draaikoppel
te
worden
gekozen.
○
Als
u
de
slagboor-schroefmachine
gebruikt
om
een
schroef
met
een
vierkante
of
zeskantige
kop
in
te
schroeven,
gebruik
dan
geen
hoog
toerental
(HIGH).
Dit
zou
kunnen
leiden
tot
beschadiging
van
de
schroefkop
of
van
het
bitje,
daar
het
aandraaikoppel
te
groot
is.
Gebruik
de
slagboor-schroefmachine
met
het
lage
toerental
ingeschakeld
(LOW).
000Book̲DV14DSFL̲WE.indb 43
000Book̲DV14DSFL̲WE.indb 43
2011/03/23 12:00:56
2011/03/23 12:00:56