34
Nederlands
4. Haal het netsnoer van de acculader uit het stopcontact.
5. Houd de acculader stevig vast en trek de accu eruit.
OPMERKING
U moet de accu na het laden uit de acculader halen en
op een veilige plek bewaren.
LET OP
○
Als de accu wordt opgeladen terwijl deze warm is
omdat de accu langere tijd op een plaats lag die werd
blootgesteld aan direct zonlicht of omdat de accu zojuist
is gebruikt, kan het controlelampje van de acculader
groen gaan branden of 1 seconde lang oplichten, dan
0,5 seconde niet oplichten (0,5 seconde uit). In dat
geval moet u de accu eerst laten afkoelen voordat u met
opladen begint.
○
Wanneer het controlelampje rood
fl
ikkert (elke 0,2
seconde), moet u controleren of er verontreinigingen
zijn in de accu-aansluiting van de acculader en
deze verwijderen als dat het geval is. Als er geen
verontreinigingen zijn, is het mogelijk dat de accu of de
acculader defect is. Breng deze dan naar een o
ffi
cieel
servicecentrum.
○
Aangezien de ingebouwde microcomputer ongeveer
3 seconden nodig heeft om vast te stellen dat de accu
die met de acculader wordt opgeladen eruit is genomen,
moet u minimaal 3 seconden wachten voordat u de
accu opnieuw in de acculader plaatst om het opladen
te hervatten. Als u de accu terugplaatst voordat er 3
seconden zijn verstreken, is het mogelijk dat de accu niet
juist wordt opgeladen.
MONTAGE EN GEBRUIK
Handeling
Afbeelding Bladzijde
Verwijderen en aanbrengen van
de accu
1
148
Opladen
2
148
Veranderen van de draaisnelheid
3
148
Verwijderen en aanbrengen van
de haak
4
148
Indicator resterende acculading
5
148
Gebruiken van het led-lampje
6
148
Monteren van de aansluiting
7
149
Omkeren van de draairichting
8
149
Bedienen van de hoofdschakelaar
9
149
Controleren en vervangen van
koolborstels
10
149
Selecteren van accessoires
―
150
ONDERHOUD EN INSPECTIE
1. Inspecteren van de bus
Een versleten of vervormde zeshoekige of vierkante bus
geeft een onvoldoende stevige bevestiging met de moer
of het draaistuk en dus in een verlies aan aantrekkoppel.
Inspecteer de bevestigingsgaten in de bussen regelmatig
op slijtage en vervang ze door nieuwe indien nodig.
2. Inspectie van bevestigingsschroeven
Controleer alle bevestigingsschroeven regelmatig en
zorg ervoor dat ze goed aangedraaid zijn. Draai los
zittende schroeven onmiddellijk vast. Doet u dit niet, dan
kunnen ernstige gevaren het gevolg zijn.
3. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het „hart” van het elektrisch
gereedschap. Let er daarom goed op dat de wikkeling
niet beschadigd raakt en/of nat wordt met olie of water.
4. Inspectie van de koolborstels (Afb. 10)
In de motor worden koolborstels gebruikt, die
onderhevig zijn aan slijtage. Omdat een te ver versleten
koolborstel kan leiden tot problemen met de motor, dient
u de koolborstel te vervangen door een nieuwe wanneer
deze tot aan of tot bij de „slijtagelimiet”
ⓐ
versleten
is. Bovendien moeten de koolborstels altijd schoon
gehouden worden en zich vrij in de borstelhouders
kunnen bewegen.
OPMERKING
Wanneer u de koolborstel vervangt, moet u de HiKOKI
koolborstel met codenummer 999054 gebruiken.
5. Vervangen van koolborstels
Neem de koolborstel uit door eerst de kap van de borstel
te verwijderen en vervolgens een schroevendraaier of
iets dergelijks in het uitsteeksel van de koolborstel te
haken.
Bij het monteren van de koolborstel moet u de richting
zo kiezen dat de uitstekende lip
ⓑ
van de koolborstel
overeenkomt met het contactgedeelte
ⓒ
van de
borstelbuis. Duw de koolborstel vervolgens naar binnen
met uw vinger. Doe vervolgens de kap van de borstel
weer terug.
LET OP
U moet echt de uitstekende lip van de koolborstel in het
contactgedeelte van de borstelbuis passen. (Het maakt
niet uit welke van de twee uitstekende lippen u gebruikt.)
U moet hier goed op letten, want een eventuele fout
hiermee kan resulteren in een vervorming van de
uitstekende lip van de koolborstel en kan in een vroeg
stadium problemen met de motor veroorzaken.
6. Reinigen van de behuizing
Gebruik een zachte droge doek, of een doek met
zeepwater wanneer de behuizing bevuild is. Gebruik
geen chemische middelen zoals chloor, of vloeisto
ff
en
zoals benzine of verfverdunner, want deze kunnen het
plastic vervormen of zelfs smelten.
7. Opbergen
Bewaar de machine in een plaats waar de temperatuur
niet hoger is dan 40°C, en buiten het bereik van kinderen.
OPMERKING
Opbergen van lithium-ion accu’s.
Zorg dat de lithium-ion accu volledig is opgeladen
voordat u deze opbergt.
Langdurig opbergen (3 maanden of langer) van een accu
die bijna leeg is kan resulteren in slechtere prestaties,
een sterke afname van de gebruiksduur van de accu en
ook is het mogelijk dat de accu niet meer opgeladen kan
worden.
Een sterke afname van de gebruiksduur van de accu
kan soms wel weer verholpen worden door de accu
herhaaldelijk, van twee- tot vijfmaal, op te laden en te
gebruiken.
Als de gebruiksduur van de accu zeer kort blijft nadat
deze meerdere malen is opgeladen en gebruikt, is
de accu versleten en dient u een nieuwe accu aan te
scha
ff
en.
LET OP
Bij gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
dienen de in het land waar u zich bevindt geldende
veiligheidsregelgeving en veiligheidsstandaarden stipt
te worden opgevolgd.
0000Book̲WR14DSDL.indb 34
0000Book̲WR14DSDL.indb 34
2019/02/20 16:01:40
2019/02/20 16:01:40