71
3. De
opstelling
Controleer of het vlak waarop de kachel staat opgesteld, het toestel ook kan dragen. Even-
tueel kan de draagkracht worden verhoogd door gebruik te maken van een bodemplaat
om het gewicht te verdelen.
Controleer of de ruimte waarin u de Toronto wilt opstellen, voldoende verse lucht krijgt.
Wanneer ramen en deuren goed dicht zijn, bestaat het gevaar dat de toevoer met voldo-
ende verse lucht niet gewaarborgd is. De trek van de kachel en van de schoorsteen kan
daardoor verminderen. Indien er bijkomende inlaatopeningen voor de verbrandingslucht
nodig zijn, mogen die niet worden afgesloten.
Wanneer de haardkachel en een afzuigkap gelijktijdig werken, kan er een onderdruk ont-
staan in de kamer waar de kachel staat opgesteld. Dat kan problemen tot gevolg hebben,
b.v. ontsnappen van rookgassen uit de haardkachel.
Om ervoor te zorgen dat er geen lucht wordt onttrokken aan de plaats waar de kachel staat
opgesteld, geven wij de raad om afzuigkappen die de lucht naar buiten leiden, te vergren-
delen met een venstercontactschakelaar.
4. De
schoorsteen
De Toronto moet worden aangesloten op een daarvoor geschikte schoorsteen met een
effectieve schoorsteenhoogte van ten minste 4,50 m. De diameter van de schoorsteen
moet overeenstemmen met de diameter van de rookbuis. Indien de effectieve schoor-
steenhoogte niet volstaat en/of de diameter van de schoorsteen te groot of te klein is, kan
het zijn dat er te weinig trek is.
De trek (schoorsteentrek) die de Toronto nodig heeft, bedraagt 12 Pa. Bij meer trek stijgen
de emissies van de stookruimte, die wordt sterk belast en kan beschadigd raken. De maxi-
maal toegestane trek voor de Toronto bedraagt 25 Pa.
Om de trek te beperken, kan men gebruik maken van een smoorklep of een trekbegren-
zer.
De Toronto mag enkel werken wanneer de kacheldeur dicht is en moet worden aangesloten
op een geschikte schoorsteen.
5. De aansluiting van de rookbuis
De Toronto moet aan de schoorsteen aangesloten worden met een rookbuis waarvan de
binnendiameter 180 mm bedraagt. Alle stukken buis moeten aan de diverse verbindingen
precies op elkaar passen.
De buis moet aan de ingang van de schoorsteen goed afgedicht worden en mag, om
de afzuiging van de rook niet te hinderen, niet binnendringen in het binnenste van de
schoorsteen.
6. De
rookgasklep
De rookgasklep is een uitstekend regelinstrument. Zij bevindt zich in de rookbuis en dient
voor de regeling van de rookgasstroom. Zo kan zij de afbrandingssnelheid verminderen.
Wanneer de greep van de rookgasklep zich in loodrechte positie ten opzichte van de rook-
gasbuis bevindt, wordt de stroom van de luchtafvoer maximaal afgeremd. Wij geven alge-
meen de raad om een smoorklep te installeren om de trek te beperken.
Let alstublieft op de landenspecifi eke wettelijke bepalingen.