
21
oplosmiddel niet bijtend is. Stop het reinigingsproces onmiddellijk en
vervang het reinigingsmiddel als er tekenen zijn van aantasting van de slangen of corrosie op het
oplegrooster of de reinigingsbak.
-
De HR 3000 dient opgesteld te worden in een goed geventileerde ruimte (met ventilatie) op een
ge
schikte afstand (≥ 1,5 m) van stopcontacten, lichtschakelaars, lichten en andere
ontstekingsbronnen.
-
Controleer voor elk gebruik of de toevoer- en zuigslangen in de desbetreffende containers in het
onderste gedeelte zitten. Zorg ervoor dat de slangen niet te sterk geknikt zijn en controleer ook
regelmatig op beschadigingen en vervang deze onmiddellijk, indien nodig. Controleer regelmatig of
de aanzuigslang altijd ver genoeg in het oplosmiddel is ondergedompeld om te voorkomen dat de
pomp droogloopt.
-
Het is verboden de membraanpomp onbelast te laten draaien of geen verse verdunning in de
container te hebben.
-
Indien de membraanpomp geluiden maakt of luider werkt dan normaal, controleer dan
onmiddellijk of er niet voldoende vers oplosmiddel in de container zit of dat de slang er ver genoeg
is ingestoken. Indien nodig een volle container met verse verdunning vervangen.
-
Het verfstopfilter op de zwarte slang moet regelmatig worden schoongemaakt.
-
De schakelstang van de veiligheidsklep moet regelmatig worden schoongemaakt om adhesie van
verf te verwijderen.
-
Reinig regelmatig het werkblad en de dampafzuigaansluiting.
-
Let op dat er minimaal 5 liter oplosmiddel in de rechter container moet zitten.
-
Indien het oplosmiddel in de rechter container voor meerdere reinigingsprocessen is gebruikt,
moet deze worden vervangen. Verontreinigde oplosmiddelen kunnen worden geregenereerd met
een speciaal destillatieapparaat of kunnen worden afgegeven aan een erkend
afvalverwerkingsbedrijf voor verwijdering of recycling.
-
Indien het apparaat een paar maanden niet wordt gebruikt, moeten de binnenkant en de slangen
twee keer worden doorgespoeld met een schoon oplosmiddel. Schakel hiervoor de
membraanpomp via de timer in op omspoelbedrijf. Schakel daarna de pomp uit en verwijder de
vuile verdunner uit de container
-
Controleer en reinig indien nodig de sproeiers voor het reinigen van het spuitpistool wanneer de
onderdelen niet voldoende zijn gereinigd.
-
Spuitpistolen, deksels en bekers die in de automatische spuitpistoolreiniger worden gereinigd,
mogen uitsluitend op de daarvoor bestemde sproeiers en houders worden geplaatst, zoals
aangegeven op de pictogrammen.