16
B) Access Point-modus:
De repeater wordt met een kabel met uw bestaande
netwerk verbonden en brengt na een voltooide
configuratie een zelfstandig WLAN tot stand.
Aanwijzing
De configuratie van deze modus wordt in de
uitgebreide bedieningsinstructies beschreven, welke
u op www.hama.com door het invoeren van het
artikelnummer kunt vinden.
6.2 Repeater modus
Aanwijzing
Neem de uitgebreide bedieningsinstructies op www.
hama.com in acht. Deze bevatten uitvoerige en nuttige
informatie over andere mogelijkheden om uw product in
bedrijf te stellen en te configureren.
6.2.1 Inbedrijfstelling per WPS (WiFi protected
setup)
Voorwaarde:
Opdat u WPS kunt gebruiken, moet uw bestaande
WLAN-router de configuratie door middel van WPS
ondersteunen. Verder moet uw WLAN-router de
WLAN-encryptiestandaard WPA of WPA2 op dat moment
gebruiken en moet de SSID (WLAN-netwerknaam) van de
WLAN-router op zichtbaar zijn ingesteld.
Aanwijzing
Houd er rekening mee dat bij sommige fabrikanten
andere begrippen dan WPS worden gebruikt. Lees
daarvoor de handleiding van uw WLAN-router door,
of en hoe u de koppeling per hardwareknop (WPS) op
uw WLAN-router kunt activeren.
Ga als volgt te werk om de Hama-repeater door middel
van WPS te configureren:
• Steek de Hama-repeater dicht in de buurt (wij
adviseren bij de inbedrijfstelling dezelfde ruimte te
gebruiken waarin uw WLAN-router reeds staat) van de
WLAN-router in een stopcontact en wacht totdat het
statusledje (4) gaat branden.
• Houd de WPS-toets (3) gedurende ca. 2 seconden
ingedrukt. Het statusledje (4) begint snel te knipperen.
• Druk binnen 2 minuten op de WPS- of QSS-toets op
uw WLAN-router, overeenkomstig de instructie in de
handleiding van uw WLAN-router. (Hoelang u de toets
ingedrukt moet houden, staat in de handleiding van
uw WLAN-router).
• Wacht nu ca. 3 minuten totdat de verbinding tussen
de WLAN-router en repeater tot stand is gebracht.
• De verbinding is succesvol tot stand gebracht als het
statusledje (4) constant brandt.
• Installeer nu de Hama-repeater op de door u gewenste
plaats.
Daarmee is de verbinding per WPS voltooid en een
veilige verbinding tussen repeater en WLAN-router tot
stand gebracht.
6.2.2 Inbedrijfstelling per WLAN-verbinding met
de pc
• Steek de Hama-repeater dicht in de buurt (wij
adviseren bij de inbedrijfstelling dezelfde ruimte te
gebruiken waarin uw WLAN-router reeds staat) van de
WLAN-router in een stopcontact en wacht totdat het
statusledje (4) gaat branden.
• Verbind uw computer met het netwerk „Wireless-N“.
Er hoeft geen wachtwoord te worden ingevoerd.
• Roep vervolgens het adres http://ap.setup in uw
webbrowser op. (Als alternatief kunt u ook het IP-
adres van de repeater 192.168.10.1 oproepen).
• Selecteer een taal en voer het wachtwoord in. Klik
vervolgens op „Login“ om de configuratie te starten.
Het standaardwachtwoord luidt admin.
Summary of Contents for 053306
Page 2: ...1 3 2 4...