44
NOMADFEED
NL
Om oververhitting te voorkomen moeten de voedingskabels, verlengsnoeren en laskabels helemaal afgerold worden.
- Verzekert u zich ervan dat de bevestiging van het werkstuk solide is en geen elektrische problemen heeft !
- Zet alle elektrisch geleidende elementen van het lasapparaat zoals het chassis, de trolley en de hefsystemen goed vast of hang ze op zodat ze
geïsoleerd zijn !
- Leg of zet geen ander gereedschap zoals boormachines, slijpgereedschap enz. op het lasapparaat, op de trolley of op de hefsystemen als deze niet
geïsoleerd zijn !
- Leg altijd de lastoortsen of elektrodehouders op een geïsoleerd oppervlak wanneer ze niet gebruikt worden !
ELEKTROMAGNETISCHE EMISSIES
Elektrische stroom die door een geleider gaat veroorzaakt elektrische en magnetische velden (EMF). De lasstroom wekt een
elektromagnetisch veld op rondom de laszone en het lasmateriaal.
De elektromagnetische velden, EMF, kunnen de werking van bepaalde medische apparaten, zoals pacemakers, verstoren. Veiligheidsmaatregelen
moeten in acht worden genomen voor mensen met medische implantaten. Bijvoorbeeld : toegangsbeperking voor voorbijgangers of een individuele
risico-evaluatie voor de lassers.
Aan alle lassers wordt aangeraden de volgende procedures op te volgen, om de blootstelling aan elektro-magnetische straling veroorzaakt door het
lassen zo klein mogelijk te houden :
• plaats de laskabels dicht bij elkaar - bind ze indien mogelijk aan elkaar vast;
• houd uw romp en uw hoofd zo ver mogelijk van het lascircuit af;
• wikkel nooit de laskabels om uw lichaam heen;
• zorg ervoor dat u zich niet tussen de laskabels bevindt. Houd de twee laskabels aan dezelfde kant van uw lichaam;
• bevestig de geaarde kabel zo dicht als mogelijk is bij de lasplek;
• voer geen werkzaamheden uit dichtbij de laszone, ga niet zitten op of leun niet tegen het lasapparaat;
• niet lassen wanneer u het lasapparaat of het draadaanvoersysteem draagt.
Personen met een pacemaker moeten een arts raadplegen voor ze gebruik maken van het lasapparaat.
Blootstelling aan elektromagnetische straling tijdens het lassen kan gevolgen voor de gezondheid hebben die nog niet bekend
zijn.
TRANSPORT EN DOORVOER VAN HET DRAADAANVOERSYSTEEM
Het draadaanvoersysteem is uitgerust met een handvat, waarmee het apparaat gedragen kan worden. Let op : onderschat het gewicht niet. Het
handvat mag niet gebruikt worden om het apparaat aan omhoog te hijsen. Til nooit een gasfles en het materiaal tegelijk op. De vervoersnormen zijn
verschillend.
Til het apparaat niet boven personen of voorwerpen. Het is aan te raden de spoel te verwijderen alvorens het draadaanvoersysteem op te tillen of
te vervoeren.
INSTALLATIE VAN HET MATERIAAL
De volgende regels moeten worden gerespecteerd :
• Het draadaanvoersysteem mag alleen in gebruik gesteld worden als alle klepjes dicht zijn.
• Zet de machine op een ondergrond met een helling van maximaal 10°.
• Plaats het lasapparaat niet in de stromende regen, en stel het niet bloot aan zonlicht.
Dit materiaal heeft beveiligingsgraad IP23, wat betekent dat :
- het beveiligd is tegen toegang in gevaarlijke delen van solide voorwerpen waarvan de diameter >12,5mm
- het beveiligd is tegen regendruppels (60% ten opzichte van een verticale lijn).
Deze apparaten kunnen dus buiten gebruikt worden, in overeenstemming met veiligheidsindicatie IP23.
De fabrikant GYS kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor lichamelijk letsel of schade aan voorwerpen veroorzaakt door
niet correct of gevaarlijk gebruik van dit materiaal.
ONDERHOUD / ADVIES
• Het onderhoud mag alleen door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden. Een jaarlijkse onderhoudsbeurt wordt
aangeraden.
• Koppel de aansluitingen tussen het lasapparaat en het draadaanvoersysteem los en wacht twee minuten voordat u
werkzaamheden op het materiaal gaat verrichten.
• De kap regelmatig afnemen en met een blazer stofvrij maken. Maak van de gelegenheid gebruik om, met geïsoleerd gereedschap, ook de elektrische
verbindingen te laten controleren.
• Controleer regelmatig de staat van de verbindingskabel tussen het draadaanvoersysteem en de lasstroombron. Als de verbindingskabel beschadigd
is, moet deze worden vervangen.
• Waarschuwing ! Indien er een manoeuvre-systeem wordt gebruikt tijdens het lassen (anders dan het systeem dat geadviseerd wordt door de
fabrikant) zorg dan voor een isolerende laag tussen de behuizing van het draadaanvoersysteem en het manoeuvre-systeem.